Rapporten en zaakverslagen
Bijna ontruimd door onzekerheid over duur detentie
19-10-2020
Een vrouw belt met de ombudsman en vertelt dat haar neef al een tijd in voorarrest zit in een penitentiaire inrichting (PI). Omdat hij geen inkomen heeft, vraagt de vrouw bijzondere bijstand aan voor de betaling van zijn huur. Deze aanvraag wordt afgewezen omdat ze geen duidelijkheid heeft gegeven over de duur van de detentie. Na een gesprek met de vrouw begrijpt de ombudsman dat zij hulp nodig heeft bij de aanvraag bijzondere bijstand om een woningontruiming te voorkomen. Door het coronavirus loopt de aanvraag vertraging op (ruim drie maanden) en zij ervaart geen begrip voor de situatie. Zij kan ook geen duidelijkheid krijgen over hoe lang haar neef nog in detentie zal blijven. Volgens het beleid kan de gemeente bijzondere bijstand voor maximaal 6 maanden huur verstrekken. Nu niet duidelijk is hoe lang de detentie duurt kan de gemeente geen bijzondere bijstand toekennen. De ombudsman vraagt de gemeente om in contact te treden met de PI. Hij vraagt de vrouw om contact op te nemen met de reclassering om duidelijkheid te krijgen over de einddatum van de detentie en om een overzicht op te vragen van de achterstallige huur. Deze informatie deelt hij vervolgens met de gemeente. Na enkele dagen beslist de gemeente positief op de bijstandsaanvraag. De vrouw bedankt de ombudsman voor de hulp en het dossier wordt gesloten.