Een man klaagt over het gedrag van handhavingsambtenaren en de beëindiging van zijn uitkering. Volgens de man heeft een melding van de woningbouwvereniging ertoe geleid dat de gemeente onderzoek deed naar de rechtmatigheid van zijn bijstandsuitkering. De ombudsman bespreekt de klacht met de gemeente en vraagt nadere informatie op. De gemeente laat weten meer tijd nodig te hebben voor de beoordeling van de nieuwe uitkeringsaanvraag en bevestigt dat het signaal van de woningbouw een onderdeel is van het onderzoek. Ondertussen raakt de man in de problemen. Zijn bewindvoerder gebruikt de toeslagen voor de huur om een woningontruiming te voorkomen en de man krijgt weken geen leefgeld. De gemeente verstrekt in die periode eenmalig een voorschot. Dit voorschot gaat direct naar de vaste lasten. Hij vertelt de ombudsman dat hij ziek is en eten nodig heeft. Een medewerker van het Wijkteam bericht de ombudsman dat er boodschappen voor de man zijn gehaald. Na verloop van tijd wordt er positief beslist op de aanvraag. Dit duurt volgens de man te lang, en ook de uitbetaling van de uitkering laat lang op zich wachten. De ombudsman komt tot de conclusie dat de gemeente diverse vormfouten heeft gemaakt ten nadele van de man. Hij besluit hierover met de gemeente in gesprek te gaan.