Een man vraagt de ombudsman om hulp. Hij schrijft dat er geen oplossing is voor zijn schulden en dat het schuldhulpbureau hem niet kan helpen. De ombudsman vraagt Doras om een toelichting. Doras laat weten dat diverse trajecten voortijdig zijn beëindigd en dat de man mogelijk niet de gevolgen van zijn handelen kan overzien. Zo weigert de man om beschermingsbewind te accepteren en verschijnt de man niet op de afspraken. De ombudsman gaat met de man in gesprek. Hij stelt vast dat de man van goede wil is en vraagt zich af beschermingsbewind nodig is. Hij stelt daarom inkomensbeheer voor. Doras laat weten dat dit een optie kan zijn als de man ook begeleiding krijgt van zijn psychiater. Het voorstel van Doras wijst de man af. De ombudsman besluit weer met de man in gesprek te gaan. Hij stelt voor dat de man wordt aangemeld voor budgetbeheer via de gemeente en dat Doras hem gaat begeleiden met zijn schulden. De man accepteert het aanbod en het schuldhulpverleningstraject wordt opgestart. Nadat de ombudsman verneemt dat het dossier is overgedragen aan de Kredietbank besluit hij het dossier te sluiten.