Een vrouw komt naar het spreekuur van de ombudsman omdat er in haar buurt een onwenselijke situatie is ontstaan. Drie jaar geleden moest de toenmalige hondenuitrenplek plaatsmaken voor nieuwbouw. Daarop vooruitlopend heeft een aantal hondenbezitters aan de gemeente gevraagd of de buurt mee mocht denken over een alternatief. Daarop is nooit reactie gekomen. Twee jaar later heeft de buurt opnieuw een brief gestuurd met het verzoek mee te denken. In reactie daarop laat de gemeente weten dat er inmiddels een ontwerp voor een nieuwe locatie is vastgesteld en dat daaraan niets meer veranderd kan worden. De hondenbezitters vinden de nieuw aangewezen plek onveilig (want deze bevindt zich aan een drukke weg en naast de uitrit van een parkeergarage. Het ontwerp toont ook geen plek voor een hek) en zijn hier niet blij mee. In de buurt ontstaan inmiddels conflicten tussen bewoners door overlast van hondenpoep. Er wordt strikt gehandhaafd, ook in gebieden waar onduidelijk is of er honden uitgelaten mogen worden, waardoor er ook conflicten ontstaan tussen handhavers en bewoners. De ombudsman informeert bij het stadsdeel. Dat laat weten bezig te zijn met het probleem, zo is er besloten om bij de uitlaatplek zo snel mogelijk een bord te plaatsen en een tijdelijk hekwerk zodat de veldjes van de straat zijn afgesloten. Later blijkt echter dat de grond waarop de veldjes liggen niet van de gemeente is, maar van de eigenaar van het flatgebouw. De gemeente mag het wel gebruiken, maar heeft toestemming van de eigenaar nodig voor aanpassingen. De plannen moeten daarom opnieuw aangepast worden. De ombudsman besluit om op locatie te gaan schouwen, hierbij zijn zowel het betrokken stadsdeel aanwezig als twee hondenbezitters. Naar aanleiding hiervan is het probleem aan de stadsdeelwethouder Openbare Ruimte voorgelegd en wordt er besloten om een aantal mogelijkheden verder uit te werken en aan te scherpen. In de afgelopen tijd zijn er binnen de gemeente meerdere vervolggesprekken geweest en uiteindelijk zijn er uiteindelijk twee opties voor losloopplekken (één seizoensgebonden, één het hele jaar door) bedacht. De bewoners zijn nu aan zet om te reageren op de brief. Op dit moment ziet de ombudsman geen rol voor verdere bemoeienis of nader onderzoek. Het dossier wordt gesloten.