Een man vraagt bij de gemeente Zaanstad een bijstandsuitkering aan. Hij moet nog wat extra stukken aanleveren, maar krijgt wel alvast een voorschot. Vlak voor het weekend ontvangt de ombudsman een noodkreet van de man. Hij heeft nog niets gehoord van de gemeente waardoor hij zich veel zorgen maakt: zijn geld is op en hij weet niet hoe hij het weekend door moet komen. De ombudsman vraagt de gemeente om met spoed naar de voortgang te kijken en contact met de man op te nemen. De gemeente reageert direct en ziet dat de bijstand is toegekend. Het bedrag is eerder die dag uitgekeerd, waarschijnlijk heeft de storting net plaatsgevonden op het moment dat de man aan de bel trok. De man gaat met een gerust hart het weekend in. Ook de ombudsman is tevreden met de snelle actie, al had het waarschijnlijk tot minder stress geleid als de gemeente de man telefonisch had laten weten dat het geregeld was.