Een Amsterdammer is door de coronacrisis zijn onderneming en woning kwijtgeraakt. Hij verblijft nu noodgedwongen, zonder inkomen, bij een kennis in Rotterdam. Zijn gecombineerde aanvraag voor een briefadres en de ondersteuning van ondernemers (Tozo) is buiten behandeling gesteld omdat hij niet is op komen dagen voor een afspraak. De man zit enorm in de problemen, zowel financieel, psychisch als fysiek. Bovendien zullen de problemen alleen maar toenemen omdat hij niet meer staat ingeschreven in de Basisregistratie. Hij heeft hierover een klacht ingediend bij de gemeente Amsterdam maar die is niet naar zijn tevredenheid afgehandeld. Als de ombudsman de medewerker Klachten spreekt, blijkt het verhaal van de man niet helemaal te kloppen. Zo heeft hij dankzij hun interventie wel een paar maanden Tozo ontvangen en gaf zijn pingedrag aanleiding om te twijfelen aan zijn verhaal. De ombudsman draagt de zaak toch over aan het Maatwerk Ontwikkelteam met het verzoek uit te zoeken wat er nu precies aan de hand is. Hij sluit het dossier nu er voor hem geen rol meer is weggelegd.