Een man besluit als leraar vrijwilligerswerk te gaan doen buiten de stad. Hij woont in Amsterdam Centrum. Om het niet met het openbaar vervoer te reizen vanwege corona, overweegt hij een auto te kopen. Hij ziet op de internetsite van de gemeente dat er voor zijn parkeergebied (Centrum 2) geen wachtlijst voor een parkeervergunning is. Hij verifieert dit bij de gemeentelijk WhatsApp nummer. Hem wordt verzekerd dat er geen wachtlijst voor Centrum 2 is. De man koopt daarom een auto en vraagt dezelfde dag een parkeervergunning aan. Dan krijgt hij bericht dat er (toch) een wachtlijst is voor zijn parkeergebied. De man gaat hiertegen in bezwaar omdat de gemeente hem twee keer verkeerd heeft voorgelicht. Hij is van mening dat de gemeente hem daarom direct een bewonersvergunning moet verstrekken. De man baalt er enorm van dat hij genoodzaakt is om zijn auto in Diemen te parkeren en alsnog van het openbaar vervoer gebruik moet maken om ermee te kunnen rijden. Zijn aanvraag voor een overloopvergunning wordt afgewezen. Ook verkeert hij in het ongewisse over hoe lang het allemaal gaat duren. Hij dient een klacht bij de ombudsman in die een onderzoek instelt. Dan blijkt dat kort nadat de man naar de wachtlijst informeerde toch een wachtlijst was ontstaan. Inmiddels is de man aan de beurt voor een parkeervergunning die wordt verstrekt. Parkeren ziet mogelijkheid om de informatieverstrekking over de wachtlijst op de internetsite te verbeteren. De ombudsman sluit het dossier.