Een man meldt zich opnieuw bij de ombudsman. In 2016 is zijn aanvraag afgewezen voor een urgentieverklaring op basis van medische- en sociale gronden. De man heeft de ombudsman destijds uitgelegd dat de GGD niet alle informatie die hij had aangedragen heeft meegenomen in dit advies en wil daarom een herbeoordeling. De man is ook in beroep gegaan bij de rechter. Als een rechter zich over een zaak uitspreekt, kan de ombudsman niet nogmaals een onderzoek doen. De rechter heeft het beroep destijds ongegrond verklaard, omdat er geen sprake is van een schrijnende situatie. De ombudsman vraagt de man om nadere informatie om zo te kunnen bepalen of dit om een nieuwe aanvraag gaat. Immers, zijn situatie kan in de afgelopen jaren zijn gewijzigd. De ombudsman informeert bij de GGD. Die laat weten dat de man voor het laatst bij Vangnet is gezien in 2016. Daarna heeft de man drie jaar in het passantenhotel gewoond. Wat er daarna met hem gebeurd is, is niet bekend. De GDD en Vangnet laten weten dat de man welkom is om zich bij de Jan van Galenstraat te melden om opnieuw gescreend te worden. De ombudsman geeft dit door aan de man en nodigt hem uit om langs te komen voor een persoonlijk gesprek als hij daar behoefte aan heeft. Er komt geen verdere reactie, de zaak wordt gesloten.