Een twintigjarige ondernemer uit Almere klaagt bij de ombudsman over het feit dat zijn uitkering krachtens de Tozo geen 1050 euro per maand bedraagt maar slechts 260 euro. Hij weet niet hoe hij hiervan rond moet komen en vraagt de hulp van de ombudsman. Dat de uitkering zo laag is klopt, omdat ouders nog onderhoudsplichtig zijn voor jongeren. Echter, als ouders hieraan niet kunnen voldoen dan kan de jongere aanspraak maken op bijzondere bijstand. Op deze mogelijkheid worden ze vaak niet gewezen. De ombudsman vraagt de gemeente om contact met de jonge ondernemer op te nemen om de mogelijkheden te bespreken. Ondanks meerdere herinneringen van de ombudsman pakt de gemeente de zaak niet op. Het duurt uiteindelijk ruim een maand voor er contact met de jongen wordt opgenomen en duidelijk wordt dat hij, naar alle waarschijnlijkheid in aanmerking komt voor bijzondere bijstand. Zodra hij de gevraagde bewijsstukken inlevert zal hij die dan ook met terugwerkende kracht en zolang hij recht heeft op de Tozo ontvangen. De ombudsman sluit het dossier na we de gemeente te hebben verzocht om in de toekomst zorgvuldiger met dit soort zaken om te gaan. Zeker wanneer dit mensen zo raakt in hun inkomen en het spoedeisend karakter van het verzoek evident is.