Een man dient een klacht in bij de gemeentelijke ombudsman over de gemeenteraad en het college van Almere. Hij vertelt dat hij al meer dan 25 jaar naar de politieke markt komt als betrokken burger. Hij merkt dat er steeds minder naar de burger geluisterd wordt. Hij heeft moeite met de snel veranderende samenleving en hij heeft niet het idee dat er naar burgers wordt geluisterd. Alle politieke partijen zijn alleen maar bezig met eigen belangen en de stem van de burger wordt uit het oog verloren. Ondertussen betaalt de burger wel de rekening. Als voorbeeld noemt hij onder andere de Floriade. De ombudsman is niet bevoegd om een klacht in behandeling te nemen over politieke (en dus democratisch vastgestelde) beslissingen van de gemeenteraad. Wel ziet hij een betrokken burger die zich onvoldoende gehoord en serieus genomen voelt. De ombudsman stuurt de klacht door met het verzoek of iemand (bijvoorbeeld iemand van het presidium) met hem van gedachten kan wisselen. De voorzitter van het presidium en de griffie gaan met de man in gesprek. Tijdens dit gesprek wordt uitgelegd dat er binnen de gemeenteraad over de onderwerpen die hij aandraagt verschillend wordt gedacht, maar uiteindelijk de meerderheid beslist. Wel heeft de gemeenteraad het college de opdracht gegeven een nieuwe participatienota op te stellen met een aantal uitgangspunten. Vanuit de gemeenteraad zal een werkgroep worden gevormd om dit proces te gaan begeleiden. De voorzitter van het presidium stelt voor de brieven van de man onder de aandacht te brengen van deze werkgroep en hem hier wanneer nodig zijdelings bij te betrekken. De man gaat hier mee akkoord. De ombudsman dankt het presidium en de griffie voor de bereidheid om in gesprek te gaan en is blij met de geboden oplossing. Hij sluit het dossier.