Een man benadert de ombudsman voor advies. Hij is drie jaar geleden in zijn huidige woning komen wonen. Min of meer vanaf het begin ervaart hij overlast van zijn bovenburen. Hij woont in wooncomplex voor ouderen en boven hem woont een oudere vrouw met haar verstandelijk beperkte volwassen dochter. De overlast die hij ervaart varieert van geschuif van stoelen zonder viltjes op laminaat, tot een klok die ieder uur luid slaat tot en met een radio die vanaf 's ochtends 06:00 uur tot 's avonds 24:00 uur hard aan staat. De man vermoedt dat de belangrijkste bron van de overlast de dochter is en dat de moeder haar dochter onvoldoende sturing kan geven. De man heeft in de loop der jaren al meerdere malen zijn verhuurder ingeschakeld, maar dit niet structureel iets op. De ombudsman adviseert hem contact op te nemen met het Meldpunt Zorg en Woonoverlast omdat die de situatie met meerdere professionals kunnen beoordelen. Al snel blijkt dat hij daar voor terugschrikt en liever afwacht of zijn verhuurder, naar aanleiding van zijn laatste klacht, nu wel iets gaat doen.