Rapporten en zaakverslagen
Kind op internaat wordt uitgeschreven van huisadres
31-12-2020
Een minderjarige jongen met de nodige problemen, verblijft van maandag tot vrijdag in een internaat buiten Nederland. In het weekend verblijft hij bij zijn ouders in Amsterdam. Ook tijdens de vakanties verblijft hij bij zijn ouders. Hij staat hier ook al die jaren nog gewoon ingeschreven. Half januari ontvangen zijn ouders een brief waarin staat dat hun kind zal worden uitgeschreven omdat ze niet op een informatieverzoek zouden hebben gereageerd dat maanden daarvoor zou zijn verstuurd. De ouders weten echter van niets. Ze reageren niet binnen twee weken, waardoor de jongen begin februari met terugwerkende kracht wordt uitgeschreven. Volgens de zorgverzekering is hij nu ook niet meer verzekerd. De ouders tekenen direct bezwaar aan. Ze vertellen onder meer dat de grensgemeente waar de jongen naar school gaat hem niet als inwoner behandelt en hem alleen een zogenoemd attest kan verstrekken waarmee hij in Nederland kan bewijzen dat hij doordeweeks in deze plaats verblijft maar geen inwoner is. Omdat de behandeling van het bezwaar uitgesteld wordt en hij uit het contact met de behandelend ambtenaar niet het idee krijgt, dat zijn bezwaar gegrond verklaard wordt, wendt de vader zich tot de ombudsman. Vanwege de huidige situatie besluit de Kinderombudsman de zaak - ondanks het lopende bezwaar- voor te leggen aan de dienst. Ze betoogt dat de jongen zeker vier maanden per jaar in Nederland verblijft en daarmee op zijn minst recht heeft op een briefadres. De dienst kan zich hierin vinden en besluit de uitschrijving dezelfde dag nog te corrigeren.