Een moeder van drie kinderen informeert bij het Stadsloket naar de wachttijd voor een parkeervergunning in haar gebied. Die blijkt twee maanden te zijn; wel komt ze in aanmerking voor een overloopvergunning. Op basis van die informatie besluit ze haar huidige vergunning over te laten schrijven op naam van haar ex-man. Als ze voor zichzelf een vergunning aanvraagt blijkt de wachttijd echter vele malen langer en blijkt ze ook niet in aanmerking te komen voor een overloopvergunning. De ombudsman stuurt haar klacht door. De vrouw krijgt hierop te horen dat ze alsnog een vergunning krijgt en dat de informatieverstrekking naar de medewerkers zal worden verbeterd.