Een vrouw beklaagt zich over het feit dat haar schoondochter en haar zoontje maar niet ingeschreven worden na hun aankomst uit het buitenland. Haar zoon vertelt dat er nog enkele documenten missen, maar dat er daarvoor steeds afspraken moeten worden gemaakt. Omdat de wachttijd voor die afspraken lang is, blijft de inschrijving nu 'hangen'. Dat betekent dat zowel zijn vrouw als haar zoontje onverzekerd zijn. De ombudsman intervenieert en de vrouw en haar kind worden per direct ingeschreven. De klacht over de gang van zaken wordt ter behandeling doorgestuurd. Omdat de ombudsman niets meer verneemt, neemt hij aan dat de klacht naar tevredenheid afgehandeld is.