Rapporten en zaakverslagen
Rapport -Amsterdam (zaaknr.: RA1057949)
Lakse afhandeling aanvragen bijstandsuitkering
02-11-2010
Op 26 maart 2010 en op 8 juli 2010 ontvangt de ombudsman twee verzoeken tot onderzoek over DWI. Het ene verzoek heeft betrekking op Werkplein West en het andere op Werkplein Zuid/Oud-West. De ombudsman besluit beide zaken in één rapport te voegen.
casus 1
Een vrouw heeft een bijstandsuitkering. DWI beëindigt de uitkering per 7 januari 2010 wegens het verstrekken van onjuiste informatie. De vrouw vraagt bij het UWV opnieuw een uitkering aan. UWV vraagt DWI om de vrouw zo spoedig mogelijk op te roepen in verband met een verkorte aanvraag. Na precies vier weken vraagt zij om een voorschot. Verschillende toezeggingen van DWI, om terug te bellen worden niet nagekomen. De vrouw wendt zich tot de ombudsman, die een onderzoek instelt. Uit het onderzoek komt naar voren dat de klantmanager van de vrouw naar een ander team was overgeplaatst en dat de overdracht van haar zaken niet goed is gegaan. Om die reden is er geen verkorte aanvraag tot stand gekomen waardoor er geen voorschot is uitgekeerd. De ombudsman stelt vast dat vanaf het moment dat de klantmanager zich niet meer volledig van haar taak kon kwijten, de dienstverlening aan de vrouw onvoldoende was.
casus 2
Op 2 maart 2010 vraagt een man een bijstandsuitkering aan. Op 23 maart ontvangt hij een overzicht van alle stukken die hij voor 6 april moet overleggen. Daarnaast moet een huisbezoek worden afgelegd. De man overlegt – op twee stukken na – de gevraagde gegevens. Op 8 juni vindt er een huisbezoek plaats maar een besluit blijft uit. De man wendt zich tot de ombudsman. De ombudsman stelt vast, dat de wettelijke afhandelingtermijn met twee maanden is overschreden. Door het gebrek aan voortgangsbewaking heeft DWI niet tijdig beslist op bijstandsaanvraag en geen voorschot verleend. De dienst dient voor een zodanige procesbewaking te zorgen dat tijdig gesignaleerd wordt dat de beslistermijn overschreden dreigt te worden. Indien de oorzaak daarvan gelegen is in onderbezetting, dient voor adequate vervanging zorg gedragen te worden.
Aanbeveling
De ombudsman verzoekt de wethouder Werk en Inkomen te bevorderen dat adequate organisatorische voorzieningen worden getroffen met betrekking tot:
- de voortgangsbewaking bij de behandeling van bijstandsaanvragen en de verstrekking van voorschotten; en
- een sluitende overdracht van dossiers naar opvolgende klantmanagers.
casus 1
Een vrouw heeft een bijstandsuitkering. DWI beëindigt de uitkering per 7 januari 2010 wegens het verstrekken van onjuiste informatie. De vrouw vraagt bij het UWV opnieuw een uitkering aan. UWV vraagt DWI om de vrouw zo spoedig mogelijk op te roepen in verband met een verkorte aanvraag. Na precies vier weken vraagt zij om een voorschot. Verschillende toezeggingen van DWI, om terug te bellen worden niet nagekomen. De vrouw wendt zich tot de ombudsman, die een onderzoek instelt. Uit het onderzoek komt naar voren dat de klantmanager van de vrouw naar een ander team was overgeplaatst en dat de overdracht van haar zaken niet goed is gegaan. Om die reden is er geen verkorte aanvraag tot stand gekomen waardoor er geen voorschot is uitgekeerd. De ombudsman stelt vast dat vanaf het moment dat de klantmanager zich niet meer volledig van haar taak kon kwijten, de dienstverlening aan de vrouw onvoldoende was.
casus 2
Op 2 maart 2010 vraagt een man een bijstandsuitkering aan. Op 23 maart ontvangt hij een overzicht van alle stukken die hij voor 6 april moet overleggen. Daarnaast moet een huisbezoek worden afgelegd. De man overlegt – op twee stukken na – de gevraagde gegevens. Op 8 juni vindt er een huisbezoek plaats maar een besluit blijft uit. De man wendt zich tot de ombudsman. De ombudsman stelt vast, dat de wettelijke afhandelingtermijn met twee maanden is overschreden. Door het gebrek aan voortgangsbewaking heeft DWI niet tijdig beslist op bijstandsaanvraag en geen voorschot verleend. De dienst dient voor een zodanige procesbewaking te zorgen dat tijdig gesignaleerd wordt dat de beslistermijn overschreden dreigt te worden. Indien de oorzaak daarvan gelegen is in onderbezetting, dient voor adequate vervanging zorg gedragen te worden.
Aanbeveling
De ombudsman verzoekt de wethouder Werk en Inkomen te bevorderen dat adequate organisatorische voorzieningen worden getroffen met betrekking tot:
- de voortgangsbewaking bij de behandeling van bijstandsaanvragen en de verstrekking van voorschotten; en
- een sluitende overdracht van dossiers naar opvolgende klantmanagers.