Een vrouw verhuist begin 2006 van stadsdeel Centrum naar stadsdeel Zeeburg. Op de verhuisdag – 17 maart - koopt zij een parkeervergunning voor stadsdeel Zeeburg. Ze moet hiervoor vanaf 1 maart betalen. Van 1 tot 17 maart betaalt zij dus voor niets. De vrouw doet haar beklag bij Dienst Stadstoezicht. Daar blijkt dat een parkeervergunning alleen op de eerste dag van de maand kan ingaan. De vrouw legt de zaak voor aan de wethouder die laat weten dat vanaf 2007 een vergunning waarschijnlijk ook per week of per dag kan ingaan. Begin 2009 laat Stadstoezicht de ombudsman in een soortgelijke zaak weten dat de betreffende sofware in 2009 in gebruik genomen wordt. Naar aanleiding van een nieuwe aanvraag voor een parkeervergunning ontvangt de vrouw in 2009 een brief van Dienst Stadstoezicht. Daarin staat dat opnieuw een vergunning alleen op de eerste dag van de maand kan ingaan. De vrouw stelt vast dat de toezegging uit 2007 niet is nagekomen en dient een klacht in bij de ombudsman. Uit het onderzoek van de ombudsman blijkt dat de wethouder en Dienst Stadstoezicht sinds mei 2007 verschillende keren de verwachting hebben uitgesproken dat de software binnen afzienbare tijd in gebruik zou worden genomen. Van deze toezeggingen is niets terecht gekomen. Dit heeft e rtoe geleid dat het vertrouwen van de vrouw in de wethouder en Dienst Stadstoezicht is geschonden. De dienst had voorzichtiger moeten zijn met het doen van toezeggingen, of zorg moeten dragen voor een tijdige installatie van het betreffende softwareprogramma.