Rapporten en zaakverslagen
Rapport -Amsterdam (zaaknr.: RA1051733)
Onduidelijke invorderingsprocedure
31-05-2010
Een man heeft een schuld bij de Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam. De man treft in okto-ber 2008 een betalingsregeling om de schuld af te lossen. Ondanks de betalingsregeling gaat de Dienst Belastingen korte tijd later toch over tot loonbeslag. De man wendt zich hierop tot de ombudsman.
De ombudsman stelt een onderzoek in. Uit het onderzoek blijkt dat de dienst in 2007 al een loonvordering had gedaan bij de uitkeringsinstantie. De instantie had daar in eerste instantie niet op gereageerd. Vervolgens ging de uitkeringsinstantie een jaar later toch over tot het doen van betalingen aan de Dienst Belastingen. Dit was kort nadat de betalingsregeling was getroffen.
De ombudsman stelt vast dat de invordering van de schuld in het ongerede is geraakt; doordat de dienst niet registreert wie de betalingen doet en op welke vorderingsbedragen die bedragen wor-den afgelost, is de invorderingsprocedure voor de dienst onoverzichtelijk geworden. Dát heeft ertoe geleid dat de Dienst Belastingen in 2009 opnieuw een loonvordering bij de uitkeringsinstan-tie heeft gedaan terwijl die uitkeringsinstantie al betalingen deed.
Daarnaast hebben tekortschietende afspraken over de termijn en de manier waarop de uitke-ringsinstanties moeten reageren op een openstaande loonvordering, bijgedragen aan het in het ongerede raken van de invordering.
De dienst heeft in strijd met het vereiste van adequate organisatorische voorzieningen gehandeld. De ombudsman doet twee aanbevelingen ter verbetering van de werkwijze.
Aanbevelingen
De ombudsman verzoekt de wethouder Financiën te bevorderen dat er duidelijke afspraken met uitkeringsinstanties worden gemaakt over de termijn waarbinnen en de manier waarop de uitke-ringsinstantie moet reageren op een loonvordering.
De ombudsman verzoekt de wethouder Financiën te bevorderen dat de dienst in haar systeem duidelijk registreert, wie betalingen doet op openstaande aanslagen en op welke aanslagen deze in mindering worden gebracht.
De ombudsman stelt een onderzoek in. Uit het onderzoek blijkt dat de dienst in 2007 al een loonvordering had gedaan bij de uitkeringsinstantie. De instantie had daar in eerste instantie niet op gereageerd. Vervolgens ging de uitkeringsinstantie een jaar later toch over tot het doen van betalingen aan de Dienst Belastingen. Dit was kort nadat de betalingsregeling was getroffen.
De ombudsman stelt vast dat de invordering van de schuld in het ongerede is geraakt; doordat de dienst niet registreert wie de betalingen doet en op welke vorderingsbedragen die bedragen wor-den afgelost, is de invorderingsprocedure voor de dienst onoverzichtelijk geworden. Dát heeft ertoe geleid dat de Dienst Belastingen in 2009 opnieuw een loonvordering bij de uitkeringsinstan-tie heeft gedaan terwijl die uitkeringsinstantie al betalingen deed.
Daarnaast hebben tekortschietende afspraken over de termijn en de manier waarop de uitke-ringsinstanties moeten reageren op een openstaande loonvordering, bijgedragen aan het in het ongerede raken van de invordering.
De dienst heeft in strijd met het vereiste van adequate organisatorische voorzieningen gehandeld. De ombudsman doet twee aanbevelingen ter verbetering van de werkwijze.
Aanbevelingen
De ombudsman verzoekt de wethouder Financiën te bevorderen dat er duidelijke afspraken met uitkeringsinstanties worden gemaakt over de termijn waarbinnen en de manier waarop de uitke-ringsinstantie moet reageren op een loonvordering.
De ombudsman verzoekt de wethouder Financiën te bevorderen dat de dienst in haar systeem duidelijk registreert, wie betalingen doet op openstaande aanslagen en op welke aanslagen deze in mindering worden gebracht.