Rapporten en zaakverslagen
Rapport -Amsterdam (zaaknr.: RA1052519)
Tekortschieten bij toezeggingen woonbootbewoners
16-06-2010
Een gezin bewoont een woonboot in Zeeburg met vrij zicht op het water. Wanneer het gezin in 2005 verneemt dat het stadsdeel plannen heeft om een nieuwe aanlegsteiger te bouwen, vraagt het het stadsdeel om de buitenste plaats aan de toekomstige steiger te mogen innemen. Zo behouden zij vrij zicht en lijden ze geen (plan)schade. Het gezin herhaalt de vraag enkele malen en geeft aan een gesprek met het stadsdeel op prijs te stellen. Telkens deelt het stadsdeel mee dat zij worden uitgenodigd zodra de tijd rijp is en dat alle belangen worden gewogen. Wanneer het gezin vier jaar later nog geen uitsluitsel heeft, dient het een bezwaarschrift in tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Het bezwaar wordt niet-ontvankelijk verklaard omdat nog geen sprake is van een bestaande ligplaats en een uit te geven vergunning.
Dan verneemt het gezin via-via dat de gewenste ligplaats al aan een derde is toegezegd. Een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur bevestigt dit. Ook blijkt dat al een jaar eerder een intekenlijst door het stadsdeel in omloop is gebracht. Hierop konden bewoners van een andere haven in het stadsdeel, die deze moeten verlaten omdat sprake is van een ecologische zone, hun voorkeur uitspreken.
De ombudsman belegt een hoorzitting. Het stadsdeel deelt daar mee dat het bewust het beleid heeft uitgezet om eerst een voor de steiger noodzakelijke bestemmingsplanwijziging af te ronden en de bewoners van de ecologische zone te verplaatsen. Het stadsdeel deelt ook mee dat het zich ten doel heeft gesteld tot een oplossing te komen. Deze oplossing wordt gezocht in het verstrekken van de gewenste ligplaats aan het gezin, waarbij degene die de plek is toegezegd wordt gecompenseerd.
Gaandeweg stelt het stadsdeel de voorwaarde dat het gezin diverse procedures, waaronder die bij de ombudsman, intrekt. Zij hebben echter geen enkele zekerheid over de uitkomst van de onderhandelingen met de derde. Hierna lopen die onderhandelingen stuk en de derde neemt de ligplaats in. Na bemoeienis van enkele raadsleden worden de onderhandelingen met hem heropend en stemt hij alsnog in met de ruil. Na wijziging van het bestemmingsplan kan het gezin dan de gewenste ligplaats innemen. Dit kan echter nog lang duren en tot die tijd ligt het gezin ze op hun oude plaats.
De ombudsman oordeelt dat verzoekers aan het lijntje zijn gehouden door mee te delen dat hun belangen worden gewogen wanneer de tijd rijp is, terwijl het stadsdeel de gewenste plaats
intussen beschikbaar stelde aan een ander. Evenmin heeft het stadsdeel blijk heeft gegeven van het maken van een belangenafweging. Daarnaast oordeelt de ombudsman dat bij de behandeling van diverse procedures niet voortvarend is opgetreden en dat het stadsdeel kansen om het gezin te informeren over hun positie niet heeft benut.
Aanbeveling
De portefeuillehouder wonen op water wordt verzocht te bevorderen dat de verplaatsing van verzoekers naar de gewenste ligplaats voortvarend wordt gerealiseerd.
Dan verneemt het gezin via-via dat de gewenste ligplaats al aan een derde is toegezegd. Een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur bevestigt dit. Ook blijkt dat al een jaar eerder een intekenlijst door het stadsdeel in omloop is gebracht. Hierop konden bewoners van een andere haven in het stadsdeel, die deze moeten verlaten omdat sprake is van een ecologische zone, hun voorkeur uitspreken.
De ombudsman belegt een hoorzitting. Het stadsdeel deelt daar mee dat het bewust het beleid heeft uitgezet om eerst een voor de steiger noodzakelijke bestemmingsplanwijziging af te ronden en de bewoners van de ecologische zone te verplaatsen. Het stadsdeel deelt ook mee dat het zich ten doel heeft gesteld tot een oplossing te komen. Deze oplossing wordt gezocht in het verstrekken van de gewenste ligplaats aan het gezin, waarbij degene die de plek is toegezegd wordt gecompenseerd.
Gaandeweg stelt het stadsdeel de voorwaarde dat het gezin diverse procedures, waaronder die bij de ombudsman, intrekt. Zij hebben echter geen enkele zekerheid over de uitkomst van de onderhandelingen met de derde. Hierna lopen die onderhandelingen stuk en de derde neemt de ligplaats in. Na bemoeienis van enkele raadsleden worden de onderhandelingen met hem heropend en stemt hij alsnog in met de ruil. Na wijziging van het bestemmingsplan kan het gezin dan de gewenste ligplaats innemen. Dit kan echter nog lang duren en tot die tijd ligt het gezin ze op hun oude plaats.
De ombudsman oordeelt dat verzoekers aan het lijntje zijn gehouden door mee te delen dat hun belangen worden gewogen wanneer de tijd rijp is, terwijl het stadsdeel de gewenste plaats
intussen beschikbaar stelde aan een ander. Evenmin heeft het stadsdeel blijk heeft gegeven van het maken van een belangenafweging. Daarnaast oordeelt de ombudsman dat bij de behandeling van diverse procedures niet voortvarend is opgetreden en dat het stadsdeel kansen om het gezin te informeren over hun positie niet heeft benut.
Aanbeveling
De portefeuillehouder wonen op water wordt verzocht te bevorderen dat de verplaatsing van verzoekers naar de gewenste ligplaats voortvarend wordt gerealiseerd.