Na een klacht over stankoverlast legt de inspecteur woonhygiëne een huisbezoek bij een vrouw af. Hij ruikt door de brievenbus en neemt een penetrante hondenlucht waar. Een maand later is de lucht verdwenen. De gang van zaken is voor de vrouw aanleiding een klacht bij de GGD in te dienen. Zij en de inspecteur verschillen met elkaar van mening over de vraag of er nu wel of geen sprake was van stankoverlast. Ook heeft de inspecteur zijn bevindingen slechts zeer summier vastgelegd en niet aan de vrouw teruggemeld. Daarom wendt de vrouw zich tot de Gemeentelijke Ombudsman. Die houdt een hoorzitting.
De ombudsman overweegt dat een deugdelijk verslag van het huisbezoek kan bijdragen aan het vertrouwen van de burger. Dit verslag dient teruggekoppeld te worden naar de burger. Zo kunnen klachten worden voorkomen. Om deugdelijke verslaglegging te realiseren heeft de inspecteur woonhygiëne administratieve ondersteuning nodig. De GGD heeft de noodzaak hiervan bevestigd.
De dienst heeft niet voldaan aan het vereiste van adequate organisatorische voorzieningen.