Een moeder van vier kinderen vraagt na de afwijzing van haar WW-aanvraag een bijstandsuitkering aan. Omdat ze op dat moment al twee maanden geen inkomsten heeft, heeft ze twee maanden huurachterstand (ongeveer € 1000,-). Twee voorschotten vanwege broodnood maakt de Dienst Werk en Inkomen drie respectievelijk tien dagen later dan toegezegd over. Ook worden er stukken aan de vrouw gevraagd die de dienst op grond van de Wet eenmalige gegevensuitvraag niet aan de vrouw had mogen vragen of die voor de aanvraag niet nodig waren.
De Gemeentelijke Ombudsman vindt dat de dienst voortvarender had moeten handelen bij het overmaken van de voorschotten en dat de gemeente niet onnodig gegevens had mogen vragen. Hij wijst op de aanbeveling in zijn rapport ‘Lakse afhandeling aanvragen bijstandsuitkering’ om te voorzien in een deugdelijke voortgangsbewaking bij de behandeling van bijstandsaanvragen en de verstrekking van voorschotten (Rapport RA1057949 d.d. 2 november 2010)