Een vrouw dient op 11 augustus 2010 een aanvraag voor bijzondere bijstand voor woninginrichting in bij de Dienst Werk en Inkomen (DWI). Op 29 november 2010 stuurt zij DWI een ingebrekestelling omdat zij nog geen beslissing op de aanvraag heeft ontvangen. Op 10 januari 2011 heeft zij nog geen enkele reactie van de dienst ontvangen. Daarop wendt de vrouw zich tot de Gemeentelijke Ombudsman. Uit onderzoek blijkt dat er niets met de aanvraag is gebeurd. Een onervaren inkomensconsulent heeft de aanvraag per abuis niet afgehandeld. Zijn begeleider was ziek en er is niet toegezien op de afhandeling van de aanvraag. De ingebrekestelling is nooit ontvangen. De Gemeentelijke Ombudsman zendt DWI daarop een kopie van de eerder ingediende ingebrekestelling, waarna de dienst de aanvraag binnen twee weken afhandelt. De vrouw ontvangt dan na ruim vijf maanden een beslissing op haar aanvraag. De ombudsman oordeelt dat van DWI verwacht had mogen worden dat voor vervanging van de begeleidende consulent gezorgd was. Op die manier was de aanvraag bewaakt en was er binnen een redelijke termijn een besluit genomen.