Rapporten en zaakverslagen
Dwangsom na dwangsom tijdens opknappen woning
20-04-2011
Een pand met vier sociale huurwoningen komt in bezit van een man en zijn compagnon, die samen een B.V. vormen. De man zet alles in gang om de woningen te renoveren en te splitsen in losse appartementen om deze uiteindelijk te kunnen verkopen. Zodra de Dienst Wonen Zorg en Samenleven merkt dat de huurders vertrokken zijn, vraagt zij de B.V. de woningen beschikbaar te melden en een passend huishouden voor te dragen. Als de B.V. hier niet op reageert kondigt de dienst aan een last onder dwangsom op te leggen. De B.V. meldt daarop dat de woningen worden gerenoveerd, gesplitst en verkocht en dat de renovatie eind augustus 2009 gereed zal zijn. Omdat de dienst geen bericht krijgt dat de woningen klaar zijn en desgevraagd van het stadsdeel verneemt dat de splitsingsvergunning nog niet is verleend, legt de dienst lasten onder dwangsom op. De man verneemt te laat van de dwangsommen om in bezwaar te gaan. Nadat hij in januari 2010 kennisneemt van de inmiddels verbeurde dwangsommen, stuurt de man van januari tot september 2010 meerdere berichten aan de dienst waarin hij uitlegt waarom de renovatie nog niet voltooid is. Hij kan zich niet vinden in de lasten onder dwangsom en de manier waarop de dienst te werk gaat. De dienst zet de handhaving in eerste instantie door en houdt vast aan de bezwaar- en beroepsprocedure. Omdat de dienst vasthoudt aan de dwangsommen en zelfs sprake is van nieuwe dwangsommen, benadert de man de ombudsman.
In overleg met de dienst neemt de ombudsman de klacht direct in onderzoek en houdt daarvoor een hoorzitting. Het stadsdeel had de man als reactie op de renovatiemelding moeten informeren over de termijn die de dienst voor renovatie hanteert en de gevolgen, indien hij die overschrijdt. Door bij de man te informeren naar de stand van zaken van de renovatie had de dienst voorts kunnen weten waarom die nog niet was voltooid. Vervolgens had de dienst in redelijkheid niet over kunnen gaan tot het opleggen van een last onder dwangsom. Verder had de dienst de uitingen van ongenoegen over de dienst als klacht moeten herkennen om deze als zodanig te behandelen. Door dit alles na te laten, heeft de dienst in strijd gehandeld met onder meer het vereiste van redelijkheid en het vereiste van fair play.