Rapporten en zaakverslagen
Halfslachtige handhaving
15-06-2011
Een stel woont in de Pijp en heeft last van een nabijgelegen reclamebureau. Het bureau gebruikt de binnentuin en openbare ruimte in strijd met het bestemmingsplan voor feestjes, borrels en het opslaan van dranken. Wanneer het reclamebureau een aanvraag indient om een horecabedrijf te mogen exploiteren, wijst het stel het stadsdeel in juni 2010 op de overlast die zij en vele buren ervaren.
Eind maart 2010 laat het stadsdeel het reclamebureau weten dat het voornemens is om op te treden tegen het niet toegestane bedrijfsmatige gebruik van de binnentuin en openbare ruimte. Kort daarop formaliseert het stadsdeel dit besluit. Hierdoor verwacht de buurt dat het stadsdeel de handhaving serieus zal oppakken. Het reclamebureau dient een bezwaarschrift in tegen het handhavingsbesluit. Wanneer het stadsdeel in september nog niet merkbaar is opgetreden, wendt het stel buurtbewoners zich tot de ombudsman.
De ombudsman doet onderzoek en verneemt dat het stadsdeel in mei 2010 afspraken met de ondernemer heeft gemaakt om de overlast tegen te gaan. In oktober neemt het stadsdeel de stand opnieuw op. Bewoners laten weten dat de overlast aanhoudt, waarna het stadsdeel de ondernemer tot januari 2011 de tijd geeft om mee te delen wat de stand van zaken is. In februari 2011 besluit het stadsdeel om het handhavingstraject te hervatten door een hoorzitting te beleggen. Dan blijkt dat geen sprake (meer) is van bedrijfsmatig gebruik van de binnentuin: het bezwaarschrift van het reclamebureau wordt gegrond verklaard.
De ombudsman is van oordeel dat de buurtbewoners ervan uit mochten gaan dat hun meldingen over een illegale situatie serieus zouden worden opgepakt. Het stadsdeel heeft echter halfslachtig geopereerd door het handhavingstraject in afwachting van de uitkomst van de overleggen aan te houden. Het stadsdeel heeft aldus in strijd gehandeld met de terechte verwachtingen van de buurtbewoners. Het overleg met het reclamebureau en het houden van een hoorzitting hadden samen op kunnen gaan. Hierdoor zijn de betrokkenen te lang in onzekerheid gelaten over hun positie.