Rapporten en zaakverslagen
Ieder zijn eigen rioolaansluiting
28-06-2011
Een man woont in een grachtenpand in Amsterdam. Van oudsher is het riool van het pand op een laag punt op het rioolstelsel aangesloten. Ook het riool van zijn buurman loopt via deze aansluiting. Dat is zo vastgelegd in de koopovereenkomst. Door de terugslag van het rioolwater door de lage aansluiting ontstaat er wateroverlast in het souterrain van de man. Hij heeft inmiddels een moderne aansluiting gemaakt, die geen overlast meer geeft. Nu zijn buurman begonnen is met funderingswerkzaamheden, vraagt de man zijn buurman ook een eigen ‘moderne’ aansluiting te realiseren. Daar is hij volgens de voorschriften en de bouwvergunning ook toe verplicht. De buurman weigert dit.
De man vraagt het stadsdeel om op treden tegen zijn buurman. De buitendienstinspecteur van het stadsdeel zegt in eerste instantie dat hij pas iets doet als er daadwerkelijk overlast ontstaat. Na aandringen gaat de inspecteur wel in gesprek met de buurman en de man. De buurman zegt toe een nieuwe aansluiting te maken. Het stadsdeel zet echter, ondanks aandringen van de man, niets op papier.
Omdat de man er geen vertrouwen in heeft en van het stadsdeel niets op schrift krijgt, wendt hij zich tot de ombudsman. Die stelt het stadsdeel vragen over de behandeling van het handhavingsverzoek van de man.
Gebleken is dat het stadsdeel in eerste instantie niet optreedt tegen de overtreding van de buurman. Dit had het stadsdeel wel moeten doen, omdat de verbouwing bij uitstek de gelegenheid is om de riolering te vervangen en de overlast al concreet was. Tevens staat vast dat het stadsdeel geen schriftelijk besluit op het verzoek om te handhaven van de man heeft genomen. Hierdoor was het voor de man moeilijk om het stadsdeel en de buurman aan te spreken op afspraken en om tegen het besluit van het stadsdeel om niet te handhaven in bezwaar te gaan.