Een stel is sinds 2007 eigenaar van een woning met tuin. De vorige eigenaar heeft in 1980, samen met diverse buurtgenoten, van het stadsdeel extra grond grenzend aan de tuin in erfpacht gekregen. Hiervoor betaalt het stel jaarlijks een bedrag aan canon. 

Tot hun verbazing stuurt het stadsdeel hen in november 2009 een brief met de mededeling dat sprake is van tuinuitbreiding zonder toestemming. Hun advocaat wijst op de erfpachtsituatie en stuurt voor de volledigheid een kopie mee van de erfpachtakte. Het stadsdeel reageert niet op deze brief, maar laat in maart 2010 weten dat het afziet van verdere handhaving. Over legalisatie zal nog overleg volgen, zo deelt het stadsdeel mee. Het stel is hier niet gerust op en hun advocaat stuurt nog drie brieven, waarin hij onder andere aandacht vraag voor het feit dat de grond in erfpacht is uitgegeven. Wanneer een inhoudelijk antwoord uitblijft, wendt de advocaat zich tot de ombudsman.

De ombudsman verneemt dat de brieven niet adequaat zijn beantwoord, onder andere vanwege de stadsdeelfusie van mei 2010. Ten aanzien van de inhoudelijke aspecten laat het stadsdeel weten dat nog geen duidelijkheid bestaat over de omgang met de tuinuitbreidingen. Het stadsdeel verwacht de ombudsman na het zomerreces 2011 te kunnen informeren over het besluit. Nadere vragen van de ombudsman laat het stadsdeel onbeantwoord.  

Aanbeveling                                                                                                                     

De ombudsman verzoekt de portefeuillehouder handhaving en ruimtelijke ordening te bevorderen dat het stadsdeel binnen twee maanden een stelling inneemt over de (erfpacht)positie van verzoekers en tot die tijd geen maatregelen treft waardoor het gebruik van de groenstrook wordt belet.