Een man is in bezwaar gegaan tegen de ingangsdatum van zijn bijstandsuitkering van de Dienst Werk en Inkomen (DWI). In de bezwaarprocedure wordt vastgesteld dat de uitkering een paar dagen eerder in diende te gaan. De man heeft hierdoor recht op een nabetaling. Hij ontvangt deze niet ook al vraagt hij erom. Uit het onderzoek van de ombudsman blijkt dat de dienst Werk en Inkomen de beslissing op bezwaar (de nabetaling) vertraagd uitvoerde. Hiernaast blijkt dat het dossier van de man tijdens de ziekte van een medewerkster niet is overgenomen. De dienst heeft hiermee in strijd met het beginsel van adequate organisatorische voorzieningen gehandeld.