Rapporten en zaakverslagen
Rechtsbescherming schiet tekort bij activiteiten RAI
13-09-2011
Een buurtbewoonster ondervindt hinder van de evenementen die in de RAI en op StrandZuid plaatsvinden. Zij verneemt dat het stadsdeel afspraken heeft gemaakt met de RAI over de wijze waarop met evenementen wordt omgegaan. De vrouw informeert bij het stadsdeel naar die afspraken en ontvangt van het stadsdeel de ‘Beschikking RAI 2010’. Op grond hiervan kan de RAI zelfstandig toestemming geven voor het organiseren van activiteiten, die in principe vergunningplichtig zijn op grond van de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV). Evenementen met een hoog veiligheidsrisico, zoals dance-events en activiteiten in het kader van Strand Zuid en Zuidpool zijn daarvan uitgesloten. De beschikking is op basis van een convenant tussen het stadsdeel en de RAI afgegeven. Het Convenant RAI is volgens het stadsdeel niet openbaar. De vrouw kan zich hier niet in vinden en vraagt zich af waar zij nu terecht kan met haar klachten. Zij wendt zich tot de ombudsman. Inmiddels is het convenant gepubliceerd en heeft de buurtbewoonster een exemplaar ontvangen.
De ombudsman onderzoekt de Beschikking RAI en het Convenant RAI die momenteel bij wijze van proef in uitvoering zijn. De ombudsman constateert dat de Beschikking RAI een zogenaamde ‘paraplubeschikking’ is, waarmee aan de RAI de bevoegdheid wordt overgedragen om toestemming te verlenen voor het organiseren van activiteiten. In het Convenant RAI is de mogelijkheid opgenomen om gemeentelijk toezicht over te dragen aan medewerkers van de RAI.
De ombudsman onderschrijft in het algemeen de ambitie van de gemeente Amsterdam om administratieve lasten voor burgers en ondernemers te verlichten. In dat licht kan het passend zijn om, daarvoor in aanmerking komende, toezichthoudende bevoegdheden over te laten aan een private organisatie als de RAI, die bij uitstek deskundig is op het gebied van het organiseren van evenementen. Nu het stadsdeel in de gekozen opzet op afstand is komen te staan van de beslissing over en de uitvoering van activiteiten is het des te belangrijker dat in de bewaking van de kwaliteit hiervan en de rechtsbescherming van belanghebbenden hierbij, passend wordt voorzien. Op vier onderdelen heeft de ombudsman de organisatie van activiteiten onderzocht:
a) adequate publieksinformatie en voorlichting
Door het Convenant RAI in eerste instantie niet te publiceren en zelfs niet op verzoek ter beschikking te stellen is het belang van een goede publieksvoorlichting door het stadsdeel miskend. Daarnaast is de verstrekte publieksinformatie verwarrend.
b) de voorschriften voor de activiteiten
Het regime voor activiteiten is niet gewijzigd waardoor geen afbreuk gedaan wordt aan de bestaande wet- en regelgeving.
c) de verdeling toezichthoudende en handhavende taken
Het stadsdeel heeft de wettelijke grondslag op basis waarvan toezichthoudende gemeentelijke bevoegdheden overgedragen kunnen worden aan medewerkers van de RAI, onvoldoende onderzocht. Verder is in het convenant niet beschreven wat er gebeurt in het geval toezicht overgaat in handhaving en wat dit betekent voor de verantwoordelijkheid en taken van de RAI en het stadsdeel.
d) waarborging van de rechtsbescherming voor belanghebbenden
Uit de opzet van het nieuwe systeem volgt dat bezwaarmogelijkheden tegen de verlening van toestemming van een evenement en de uitvoering daarvan beperkt of kansloos zijn. Volgens de ombudsman is het dan ook des te belangrijker is dat een burger gedurende de looptijd van de beschikking een klacht in kan dienen over het verlenen van toestemming, de organisatie, de uitvoering van activiteiten of over het toezicht.
De algemene conclusie van de ombudsman luidt dat een constructie als de Beschikking RAI mogelijk is, maar dat op essentiële onderdelen aanvullende onderbouwing nodig is en rechtsbeschermende voorzieningen getroffen moeten worden.
Aanbevelingen
De ombudsman verzoekt het dagelijks bestuur van het stadsdeel:
- de overdracht van toezichthoudende bevoegdheden aan de RAI van een deugdelijke juridische grondslag te voorzien;
- in het Convenant RAI te zorgen voor een verantwoorde overgang van toezicht door de RAI naar handhaving door het stadsdeel;
- te bepalen dat de RAI een klachtenregeling vaststelt, gebaseerd op de uitgangspunten in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht, met de Gemeentelijke Ombudsman als tweedelijns klachtbehandelaar;
- in het Convenant RAI een deugdelijke en voor een ieder toegankelijke beschrijving van de rechtsbescherming voor burgers en andere betrokkenen vast te stellen;
- te zorgen voor adequate en ondubbelzinnige publieksvoorlichting met betrekking tot de gekozen constructie.