Rapporten en zaakverslagen
"Ik zag niemand bij de automaat staan"
20-10-2011
Een man gaat na de crematie van zijn schoonvader naar zijn huis om met zijn familie nog wat te drinken. Hij parkeert direct voor zijn woning en loopt naar zijn portiek waar zijn zus, die staat te schuilen voor de sneeuwbuien, hem 10 cent geeft voor de parkeerautomaat. Hij haalt een parkeerticket, maar constateert bij terugkomst bij zijn auto dat inmiddels een naheffingsaanslag is opgelegd. De aanslag is op 16.14 uur uitgeschreven en het ticket is van 16.15 uur. Wanneer hij de parkeercontroleur hierop aanspreekt, beweert deze dat hij niemand bij de parkeerautomaat heeft zien staan en dat hij de man uit een winkel heeft zien komen. De parkeerwachter wil echter niet aangeven uit welke winkel de man dan kwam. De man voert in zijn bezwaar aan dat er op zijn auto geen sneeuw lag, zijn motorkap warm was en dat bovendien vlak vóór en na hem parkeerders een kaartje hebben gekocht. Cition wijst zijn bezwaar echter af omdat de controleur geen uitvoeringshandelingen van betaling op straat heeft waargenomen. Op de andere argumenten wordt niet ingegaan. Op verzoek van de ombudsman onderzoekt Cition de transacties bij de betreffende parkeerautomaat. Daaruit blijkt dat er rond het tijdstip van de naheffingsaanslag vier transacties hebben plaatsgevonden; om 16.10 , 16.13, 16.15 en 16.16 uur. Deze worden door de controleur niet genoemd. Omdat de man een ticket van 16.15 uur heeft overlegd, acht Cition het aannemelijk dat hij degene was die op het moment van controle bezig was met het betalen van de parkeerbelasting en wordt de naheffingsaanslag alsnog ingetrokken.
De ombudsman oordeelt dat Cition in de beslissing op bezwaar niet duidelijk heeft gemaakt op welke wijze de door de man genoemde omstandigheden zijn meegewogen. Door zich bovendien slechts te baseren op de summiere verklaring van de controleur, zonder gebruik te maken van de voorliggende bewijsmogelijkheden, heeft Cition de beslissing onvoldoende gemotiveerd.