Rapporten en zaakverslagen
Geheimhoudingsplicht bij Bibob-besluiten
07-12-2011
Een eigenaar van twee gokhallen op de Wallen dient een aanvraag voor een exploitatievergunning voor zijn gokhallen in. Hij wordt in verband hiermee getoetst op grond van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob).
Op vrijdag 15 april 2011 was de eigenaar al benaderd door een journalist van AT5 die hem meedeelde dat de bekendmaking aanstaande was. Maandag 18 april, de dag van bekendmaking van het afwijzende besluit aan hem publiceert Het Parool dat de gemeente de man de exploitatievergunningen voor zijn gokhallen onthoudt. De man meent dat deze informatie vanuit het stadhuis is ‘gelekt’, hoewel de medewerkers een geheimhoudingplicht hebben. Omdat er volgens hem bij een eerdere aanvraag ook sprake is geweest van schending van de geheimhoudingsplicht, wendt hij zich tot de ombudsman.
De ombudsman houdt een hoorzitting. Nadien zijn de bestuursvoorlichter en twee journalisten onder het verband van de belofte gehoord. Beide journalisten beroepen zich op hun professionele verschoningsrecht. Daarom is onbekend gebleven sinds wanneer zij precies over welke informatie beschikten, langs welke weg die informatie hen heeft bereikt, laat staan van wie zij die hebben gekregen. De bestuursvoorlichter ontkent uitdrukkelijk, met verwijzing naar de bij Bibob-zaken gebruikelijke restrictieve wijze van voorlichting geven, voortijdig enige mededelingen aan de pers te hebben gedaan. Bij deze stand van zaken is er voor de ombudsman geen aanknopingspunt voor nader onderzoek.
De veronderstelling van de man dat vanuit het stadhuis aan media, met name AT5 en Het Parool, voorinformatie zou zijn verstrekt over de op handen zijnde negatieve beschikking op de aanvraag voor de Bibob-vergunning komt derhalve niet vast te staan. Dat wil zeggen dat uit het onderzoek van de ombudsman niet is gebleken dat van de zijde van het stadhuis in deze kwestie het vereiste van privacy is geschonden.