Stadsdeel Oost registreert een, in een appartementencomplex gevestigd, kinderdagverblijf ondanks een negatief advies van de GGD. De GGD adviseert negatief, omdat de vereniging van eigenaren bezwaren heeft tegen het gebruik van de gezamenlijke buitenruimte door de kinderen. Een bewoonster van het appartementencomplex ondervindt geluidsoverlast van een nabijgelegen speeltuin en vreest extra overlast van kinderen van het kinderdagverblijf wanneer zij in de buitenruimte verblijven. Als haar bezwaar tegen de registratie ongegrond verklaard wordt wendt zij zich tot de ombudsman. Deze organiseert een schouw en een hoorzitting. Het stadsdeel geeft aan de registratie, na een belangenafweging, verleend te hebben omdat het standpunt van de GGD dat er problemen zijn met de vereniging van eigenaren, niet voldoende is om de vergunning te weigeren. Deze privaatrechtelijke kwestie speelt geen rol nu het kinderdagverblijf nog overeenstemming kan bereiken met de vereniging van eigenaren. Uiteindelijk wordt er ook overeenstemming bereikt. Het kinderdagverblijf heeft verder een protocol opgesteld om geluidsoverlast tegen te gaan. De ombudsman acht de beslissing van het stadsdeel niet onredelijk. Hij laat hierbij ook meewegen dat niet met zekerheid is vastgesteld dat de geluidsoverlast veroorzaakt wordt door de kinderen van het kinderdagverblijf. Over de geluidsoverlast door de speeltuin is het stadsdeel al gedurende langere tijd in gesprek met de omwonenden. De speeltuin is al meerdere keren aangepast. Geluidsmetingen hebben uitgewezen dat de geluidsnormen bij de speeltuin niet overschreden worden. Wel is er € 5.000,- door het stadsdeel beschikbaar gesteld voor aanpassingen aan de speeltuin gebaseerd op een bewonersinitiatief.