Een man, woonachtig in de Spaarndammerbuurt in Amsterdam, ondervindt geluidsoverlast van nachtelijke werkzaamheden aan het spoor, uitgevoerd door Prorail. Hij beklaagt zich hierover bij Prorail, de politie en de gemeente (Dienst Milieu en Bouwtoezicht). Een inspecteur van de dienst komt langs bij verzoeker en erkent de overlast. De dienst kan hem echter niet helpen omdat de werkzaamheden niet onder de Wet milieubeheer vallen. De man kan zich er niet in vinden dat geen van de partijen zijn klachten verhelpt en wendt zich tot de ombudsman. Deze organiseert een hoorzitting, waarbij de Dienst Milieu en Bouwtoezicht, stadsdeel West en Prorail aanwezig zijn. Het blijkt dat zowel de juridische situatie in het algemeen ten aanzien van onderhoudswerkzaamheden aan het spoor als de specifieke situatie in de Spaarndammerbuurt complex is. De ombudsman is van mening dat gemeentelijke instanties moeten samenwerken om te bezien wat er aan overlast voor de burger gedaan kan worden. Dat is hier niet gebeurd en daarmee verdient het handelen van de gemeente als geheel geen voldoende.