Rapporten en zaakverslagen
Wonen noch hotel: raadslid in de knel
22-06-2012
Samenvatting
Een man koopt enkele panden in stadsdeel Centrum, waarvoor het stadsdeel de vorige eigenaar een bouw- en monumentenvergunning heeft verstrekt ten behoeve van de bouw van appartementen. Wanneer de appartementen nagenoeg zijn opgeleverd, blijkt dat het stadsdeel een fout heeft gemaakt door wonen toe te staan, omdat toen al een nieuw bestemmingsplan in de maak was, waarin wonen uitdrukkelijk werd uitgesloten. Dit maakt de appartementen onverkoopbaar en daarom vraagt de man een vergunning aan om de panden als hotel in gebruik te mogen nemen. Die aanvraag wijst het stadsdeel af, met name omdat daarmee woningen aan de voorraad zouden worden onttrokken en medewerking aan een hotelbestemming door de deelraad niet zou worden geaccepteerd. De man begrijpt dit niet, omdat het stadsdeel er zelf voor heeft gekozen om de woonbestemming van de panden te halen. Hij maakt bezwaar.
Om de hypotheeklasten te kunnen voldoen, verhuurt de man de panden aan een short stay bemiddelaar. Met het stadsdeel verschilt hij van mening over de vraag of short stay is toegestaan en aan welke brandveiligheidseisen moet worden voldaan. Wanneer de man, inmiddels lid van de gemeenteraad, in de veronderstelling verkeert dat het stadsdeel hem feedback zal geven op zijn brandveiligheidplannen, start het stadsdeel een handhavingsprocedure. Dit leidt tot veel negatieve publiciteit in onder andere Het Parool, met als gevolg dat hij het raadslidmaatschap neerlegt. De formulering van het dwangsombesluit, waarin hem verweten wordt financieel gewin boven de veiligheid van de gasten te laten gaan, steekt de man. Hij wendt zich tot de ombudsman.
De ombudsman belegt een hoorzitting met de huidige portefeuillehouder en hoort ook de toenmalige portefeuillehouder. Hierbij wordt duidelijk dat voor het stadsdeel destijds zwaar woog dat woningen niet mochten worden opgeofferd ten behoeve van hotels. Na een bezwaarprocedure besluit het stadsdeel alsnog mee te werken aan de bestemmingswijziging. Die procedure is nu nagenoeg afgerond. Het wachten is op overeenstemming over het wettelijk kostenverhaal op de man.
Ten aanzien van de brandveiligheid is het stadsdeel van mening dat handhavend moest worden opgetreden, omdat feitelijk sprake was van een hotel. De ombudsman is van oordeel dat het stadsdeel redelijkerwijs tot dit oordeel had kunnen komen en dat optreden niet onredelijk was.
De beeldvorming in het openbaar gemaakte dwangsombesluit was echter onevenwichtig.
De ombudsman is van oordeel dat het raadslid in de knel is gekomen door de onterechte weigering van het toenmalige Dagelijks Bestuur van het stadsdeel om mee te werken aan een wijziging van de bestemming. Ook heeft het stadsdeel een onevenwichtig beeld van de zaak geschetst en heeft hiermee schade aan de reputatie van de man als raadslid toegebracht.
Aanbeveling
De ombudsman beveelt de portefeuillehouder Bouwen, Wonen en Stedelijke Ontwikkeling aan dat het stadsdeel de wettelijk verplichte kosten voor de bestemmingswijziging voor zijn rekening neemt. Het stadsdeel heeft in haar reactie laten weten deze aanbeveling op te volgen.