Een vrouw neemt contact op met stadsdeel West en meldt dat er – als gevolg van een gat in het riool -  een gat in het trottoir zit ter hoogte van haar woning. Zij vreest dat de wateroverlast die dat tot gevolg heeft de fundering zal schaden. Het stadsdeel laat dezelfde dag nog weten dat de melding aan Waternet is doorgegeven. Zes weken later neemt zij contact op met het stadsdeel, omdat er niets is gebeurd. Dezelfde medewerker waar zij eerder contact mee had, zegt dat hij van de melding ‘een spoedje’ heeft gemaakt. Ook laat hij weten haar op de hoogte te zullen houden. Aangezien er weer niets gebeurt, vraagt de vrouw drie weken later weer bij het stadsdeel opheldering. Hierop volgt geen reactie.

Voor de vrouw is de maat vol en zij wendt zich tot de ombudsman. De ombudsman informeert bij Waternet die zegt geen melding van het stadsdeel te hebben ontvangen. Het stadsdeel zegt de melding wel degelijk twee keer te hebben doorgegeven maar kan dat niet aantonen. Het stadsdeel geeft wel toe de afhandeling van de melding niet te hebben bewaakt.

De ombudsman stelt vast dat niet is komen vast te staan dat het stadsdeel de melding naar Waternet heeft doorgestuurd. Waternet bestrijdt namelijk een melding te hebben ontvangen en het stadsdeel kan geen kopie van de e-mail van de melding en de in tweede instantie gemaakte spoedmelding overleggen.