Rapporten en zaakverslagen
Geen handhaving bij te hoge schutting
25-07-2012
Het uitzicht van een vrouw op het groen in de binnentuin wordt belemmerd door de hoogte van de schutting van haar benedenburen. Zij dient een verzoek tot handhaving in bij het stadsdeel en dit honoreert het verzoek. Ook de overkapping van het tuinhuis van de benedenburen belemmert het uitzicht van de vrouw. Op dit moment vindt het stadsdeel dat de vrouw geen belanghebbende is ten aanzien van de mogelijke overtreding. Dit wordt niet verder toegelicht. Bijna vier maanden na de toezegging om te gaan handhaven heeft het stadsdeel nog niets ondernomen met betrekking tot de hoogte van de schutting. De vrouw is daar ontevreden over en zij kan zich ook niet vinden in de afwijzing van het verzoek om handhaving met betrekking tot de overkapping. Zij wendt zich tot de ombudsman.
Het stadsdeel deelt de ombudsman mee dat wat betreft het eerste handhavingverzoek aan te nemen is, dat de vrouw “geschaad wordt in haar beleving vanaf haar balkon”. Het tweede handhavingverzoek werd afgewezen, omdat voor de vrouw “geen beleving van het achterterrein wordt geschaad”. Om die reden is de vrouw niet als belanghebbende aangemerkt. Uit onderzoek van de ombudsman blijkt dat het stadsdeel nooit ter plaatse is geweest om de situatie te beoordelen. Het stadsdeel slaagt er ook achteraf niet in om uit te leggen waarom de vrouw ten aanzien van de schutting wel, en ten aanzien van de dakopbouw geen belanghebbende is. Verder oordeelt de ombudsman dat het stadsdeel de gerechtvaardigde verwachting van de vrouw heeft geschaad dat over gegaan zou worden tot handhaving met betrekking tot de schutting. Een jaar na het besluit tot handhaving, is de hoogte van de schutting niet aangepast en heeft het stadsdeel ook nog geen uitsluitsel gegeven óf er nog gehandhaafd gaat worden.
Aanbevelingen
De ombudsman verzoekt de portefeuillehouder te bevorderen dat;
- op zo kort mogelijke termijn aan verzoekster uitsluitsel wordt gegeven over de handhaving ten aanzien van de schutting.