Rapporten en zaakverslagen
Niet horen bij klacht over forensisch arts
30-07-2012
Een hoogbejaarde vrouw is ’s nachts door een inbreker vastgebonden en beroofd. De politie acht het van belang dat een arts van de GGD de polsen van de vrouw beoordeelt en vraagt de GGD om iemand langs te sturen. De GGD weigert echter ter plaatse te komen. Hierop wendt haar zoon zich tot de ombudsman, die de GGD verzoekt de klacht te behandelen.
In een korte brief deelt de GGD mee dat de dienstdoende forensisch arts een bezoek had moeten afleggen. Het spijt de GGD dat dit niet is gebeurd. De GGD kan niet meer achterhalen wie het gesprek heeft gevoerd en hoe dat is verlopen. De GGD biedt excuses aan voor de gang van zaken.
De zoon is niet tevreden over de brief. Hierop vraagt de ombudsman om een toelichting te geven op de klachtbehandeling. De GGD laat weten dat de klacht duidelijk was. Een hoorgesprek met (de familie van) het slachtoffer zou niets toevoegen aan de conclusie dat de klacht terecht is en dat excuses op zijn plaats zijn. Op de bewuste nacht zijn meerdere personen betrokken geweest bij de behandeling van verzoeken van de politie om een forensisch onderzoek. De standaard werkwijze is om slachtoffers uit te nodigen de reguliere spreekuren van de forensisch artsen te bezoeken. In de toekomst zal zo veel mogelijk rekening worden gehouden met de omstandigheden van het slachtoffer, zodat beter beoordeeld kan worden of een onderzoek op locatie nodig is.
De ombudsman is van oordeel dat een hoorgesprek had moeten plaatsvinden en dat de GGD in het kader van de klacht onderzoek had moeten doen naar de gang van zaken rond het verzoek van de politie.