Een stel bewoont een pand naast de noodopvang van de Dienst Werk en Inkomen (DWI). Tijdens een ingrijpende verbouwing, waarbij de woning energieneutraal wordt gemaakt, verlopen de contacten met DWI moeizaam. Het stel wendt zich tot de ombudsman met het verzoek een vast aanspreekpunt bij DWI aan te stellen. Dat gebeurt. Wanneer dit niet tot de gewenste de-escalatie leidt, wendt het stel zich opnieuw tot de ombudsman. 

De ombudsman houdt een schouw en hoorzitting waarbij diverse kwesties worden besproken. In overleg lossen het stel en DWI een en ander op. Over twee dingen blijft onenigheid bestaan. 

Ten behoeve van een nieuwe kachel vervangt het stel een gemeenschappelijke schoorsteen. De oude schoorsteen is niet geschikt voor de nieuwe verwarming en verkeert in slechte staat. DWI en het stel verschillen van mening over de vraag of DWI toestemming heeft verleend voor het verwijderen van de schoorsteen. DWI kan onderdelen van de noodopvang niet meer ontluchten door het verwijderen van de schoorsteen. Omdat de schoorsteen is vervangen zonder vergunning wendt DWI zich tot het stadsdeel met een handhavingsverzoek. Ook stelt DWI het stel aansprakelijk. Verder heeft het stel een betonnen souterrainbak laten plaatsen om vocht tegen te gaan. DWI stelt daardoor ernstige wateroverlast te hebben en heeft erop aangedrongen dat herhaling van de overlast wordt voorkomen en dat het stel aanzienlijke herstel- en onderzoekskosten betaalt. 

De ombudsman oordeelt dat het stel zonder bouwvergunning van het stadsdeel en zonder schriftelijke toestemming van DWI is overgegaan tot vervanging van een gemeenschappelijke schoorsteen. Onder deze omstandigheden mocht DWI het stel hierop aanspreken. Dat DWI het stel aansprakelijk stelt voor de ontstane wateroverlast, acht de ombudsman op zichzelf niet onterecht. Het binnen twee weken vorderen van betaling van aanzienlijke herstel- en onderzoekskosten is, zonder het stel eerst in staat te hebben gesteld hierop te reageren, niet correct. Het geheel overziend is evenwel geen sprake van onbehoorlijk handelen van de gemeente.