Rapporten en zaakverslagen
Tekortschietend toezicht bij bouwoverlast I
23-08-2012
Twee buurvrouwenondervinden sinds oktober 2011 geluid- en trillingoverlast van sloop- en bouwwerkzaamheden aan het nieuwbouwproject naast hun woningen. Zij wendden zich in tot verschillende personen en afdelingen van de gemeente en stadsdeel Zuid. Na veel aandringen bij het stadsdeel komt er na twee maanden een bouwinspecteur van het stadsdeel de situatie opnemen. Deze inspecteur laat bij aankomst ter plaatse direct aan de buurvrouwen weten dat hij niets kan doen en merkt op: “Als het u hier niet bevalt dan gaat u maar terug naar Spanje”. Medio december nemen de trillingen in verschillende huizen in hevigheid toe, waardoor er in een aantal panden scheuren in de wanden ontstaan. De buurvrouwen komen er achter dat het meetapparaat niet werkt en bellen de verantwoordelijke bouwinspecteur van het stadsdeel. Deze weigert in eerste instantie opnieuw te situatie te controleren, maar komt later die dag toch langs. Hij constateert dan dat de batterijen van de meetmachines leeg zijn. Voor de schades in de woningen van de buurvrouwen worden zij echter verwezen naar de verantwoordelijke aannemer.
De ombudsman stelt vast dat de overlastklachten van de buurvrouwen duiden op veiligheidsrisico’s; de straat is niet bereikbaar voor hulpdiensten, de openbare ruimte is sterk vervuild, de slooplocaties zijn niet afgedekt tegen vallend puin en stof en de bewoonsters vrezen voor schade aan hun woningen. Dezeleiden echter niet tot maatregelen om de situatie te verbeteren. In plaats daarvan verwijst het stadsdeel hen van het kastje naar de muur. Pas naar aanleiding van een interventie van de ombudsman wordt de klachtencoördinator betrokken bij de zaak en gaat het stadsdeel binnen enkele dagen over tot het nemen van de noodzakelijke maatregelen en het beoordelen van de schade in de woningen. Het stadsdeel wekt hiermee de indruk dat het aanvankelijk te weinig of geen oog had voor de veiligheid en belangen van de omwonenden. Indien het stadsdeel de situatie direct na de eerste meldingen van verzoeksters ter plaatse was geen beoordelen, hadden verzoeksters zich gehoord gevoeld, had de overlast eerder beperkt kunnen worden en had het stadsdeel de veiligheid kunnen garanderen. Daarmee had het stadsdeel kunnen voorkomen dat verzoeksters bij meerdere gemeentelijke instanties aanklopten met hun klachten en had het stadsdeel hen direct goed kunnen informeren over de verantwoordelijkheden van de gemeente met betrekking tot bouwoverlast.
Aanbeveling
De ombudsman verzoekt de verantwoordelijke portefeuillehouder van het stadsdeel zorg te dragen voor een vertrouwenwekkende werkwijze bij meldingen van bouwoverlast, waarbij het stadsdeel:
- de burger tijdig en actief informeert over taken en verantwoordelijkheden van het stadsdeel;
- zichtbaar en effectief optreedt bij signalen over mogelijke veiligheidsrisico’s en
- een adequate registratie bijhoudt van de meldingen en klachten.
De ombudsman verwijst met betrekking tot de bovenstaande aanbeveling tevens naar het rapport “Tekortschietend toezicht bij bouwoverlast II”, rapportnummer RA121534, waarin eenzelfde soort zaak speelde in stadsdeel Zuid. De rapporten hebben in onderlinge samenhang geleid tot bovenstaande aanbeveling.
Opvolging
Het stadsdeel neemt de aanbevelingen ter harte en de rapporten hebben tot de volgende acties geleid:
- Bij meldingen/constateringen van gevaarlijke situaties en ernstige bouwoverlast zal onmiddellijk worden opgetreden. Het stadsdeel zal in alle gevallen contact opnemen met de melder om de mogelijkheden en aanpak te informeren.
- Het klachtproces zal zodanig worden ingericht dat het belang van de klager en niet van de uitvoerende voorop staat:
a. Trainen van medewerkers op communicatie over klachten;
b. Protocol klachtbehandeling en registratie wordt in oktober 2012 vastgesteld. - Het stadsdeel heeft aandacht voor het beter inrichten van het klachtenregistratiesysteem en het het feit dat klachten nu via verschillende kanalen binnen komen.