Rapporten en zaakverslagen
Fout op fout bij aanslag kadegelden
20-09-2012
Een man ontvangt in oktober 2011 een aanslag kadegelden. De man bezit geen vaartuig, dus stuurt hij de gemeente diezelfde dag een bezwaarschrift. Hij ontvangt in maart 2012 vervolgens een dwangbevel tot betaling van de aanslag. De man betaalt dezelfde dag de aanslag onder protest tegen de trage afhandeling van zijn bezwaarschrift. Dan stuurt de gemeente de man een brief waarin wordt meegedeeld dat de aanmaning en het dwangbevel hem ten onrechte zijn opgelegd. De kosten zullen worden teruggestort. Het is de gemeente dan pas gebleken dat er een bezwaar aanhangig was. In mei 2012 stuurt de man de gemeente een e-mail waarin hij aangeeft nog steeds geen beslissing op zijn bezwaar te hebben ontvangen. Na interventie van de ombudsman neemt de gemeente in juni 2012, acht maanden later, een beslissing en trekt de gemeente de aanslag in. De beslissing is niet nader gemotiveerd. Uit het onderzoek van de ombudsman blijkt dat de aanslag per abuis aan de man is opgelegd, terwijl hij opgelegd had moeten worden aan een naamgenoot. De ombudsman overweegt dat de behandeling van het bezwaarschrift onredelijk lang heeft geduurd. De gemeente heeft bovendien niet slagvaardig opgetreden nu de gegrondheid van het bezwaar gemakkelijk onderzocht kon worden door louter het scheepsregister te raadplegen. Verder staat vast dat de gemeente vanaf het opleggen van de aanslag tot aan het nemen van de beslissing op bezwaar, fout op fout heeft gemaakt. De gemeente heeft de man geen excuses aangeboden voor het ondervonden ongemak. Een en ander getuigt niet van een goede organisatie. Tot slot is de ombudsman gebleken dat de e-mail van mei 2012 aangemerkt had moeten worden als een ingebrekestelling op grond van de Wet dwangsom bij niet tijdig beslissen.
Aanbeveling
De ombudsman verzoekt het College van Burgemeester en Wethouders na te gaan welke dwangsom verschuldigd is vanaf de ingebrekestelling van 22 mei 2012 en deze te vergoeden.
Reactie
De gemeente is van mening dat de juridische grondslag ontbreekt voor het verstrekken van een uitkering op grond van de Wet dwangsom. Dit neemt niet weg dat een tegemoetkoming voor de ongelukkige samenloop van omstandigheden op zijn plaats is. De gemeente stelt de hoogte van de tegemoetkoming gelijk aan het bedrag van de dwangsom die anders zou zijn verstrekt.