Rapporten en zaakverslagen
Onbehoorlijk bezuinigd op verhuiskostenvergoeding
06-11-2012
Een vrouw is op zoek naar een gelijkvloerse huurwoning. Eind december 2010 ontvangt zij hiervoor van de Dienst Wonen Zorg en Samenleven (WZS) een medische indicatie die geldig is tot december 2014, en een bijbehorende verhuiskostenvergoeding à € 3097,-. In januari 2012 stuurt WZS haar een brief, waaruit blijkt dat indien zij niet binnen een half jaar gebruik maakt van de verhuiskostenvergoeding, zij nog maar recht heeft op € 2347,-.
Ze verneemt van WZS dat deze beslissing genomen is vanwege de economische recessie en de daaruit voortvloeiende bezuinigingen. Ze kan zich hier niet in vinden en ze benadert de ombudsman.
De toekenning van de verhuiskostenvergoeding in 2010 is in de ogen van de dienst nog geen definitieve beschikking. Deze volgt pas nadat zij een woning heeft gevonden die aan de voorwaarden voldoet. Volgens WZS is de overheid gerechtigd om in te grijpen in bestaande sociale zekerheidsrechten. De verlaging van de verhuiskostenvergoeding is een beleidswijziging in het kader van de bezuinigingen, waarbij voorzien is in een redelijke overgangsregeling en termijn.
De ombudsman stelt echter vast dat WZS is teruggekomen op de beschikking om een bepaald bedrag aan verhuiskostenvergoeding toe te kennen.
De vrouw mocht dan ook erop vertrouwen dat zij op het moment van verhuizing het hogere bedrag ter beschikking zou hebben. Daar komt bij dat gebleken is dat WZS de mededeling dat de vergoeding is verlaagd niet in een voor bezwaar vatbaar besluit heeft geformuleerd. Hiermee ontneemt WZS de vrouw de kans om gebruik te maken van deze rechtsbescherming.
Aanbeveling
De ombudsman verzoekt de wethouder Zorg te bevorderen dat de reeds toegezegde verhuiskostenvergoeding in de beschikking van 23 december 2010 aan verzoekster wordt gehandhaafd.
Daarnaast verzoekt hij de wethouder te onderzoeken of er vergelijkbare situaties zijn en zo ja, om ook in die gevallen de toegezegde verhuiskostenvergoeding te handhaven.