Een advocaat vraagt aan de Dienst Werk en Inkomen (DWI) om hem de stukken op te sturen die ten grondslag liggen aan een afwijzend besluit dat DWI aan één van zijn cliënten stuurde. Het Werkplein weigert dit omdat de stukken privacygevoelige informatie zouden bevatten. Vervolgens vraagt de advocaat vanwege de bezwaarschriftprocedure de schriftelijke stukken aan de afdeling Bezwaar. DWI antwoordt dat hij het dossier kan gaan inzien. Dit verbaast de advocaat, omdat de dienst hem al jaren aangevraagde procesdossiers per post of fax toestuurt. Hij dient een klacht in.
DWI erkent achteraf dat het privacyargument hier geen hout snijdt. De verwijzing naar inzage in plaats van het versturen van de stukken is volgens DWI wel terecht geweest, omdat het om een groot aantal stukken ging. De advocaat is het hier niet mee eens, en gaat naar de Gemeentelijke Ombudsman.
De ombudsman vindt dat DWI de stukken uit een oogpunt van fair play aan de advocaat had moeten sturen. DWI heeft de werkwijze inmiddels aangepast en zendt na indiening van een bezwaarschrift de relevante stukken toe.