Een vrouw woont direct naast het bejaardentehuis Schinkelhaven dat gesloopt gaat worden. Ondanks overleg met de opdrachtgever en de begeleider van de sloop ondervindt de vrouw overlast van de sloop. Zo landen er brokstukken bij de vrouw in de tuin en op het dak van haar uitbouw. Zij en haar zus dienen hierover een klacht in bij het stadsdeel maar dit heeft niet het gewenste resultaat. Omdat de vrouw zich zorgen maakt over haar veiligheid verlaat zij haar woning. Zij legt de zaak ook voor aan de ombudsman die ter plaatse gaat schouwen en een hoorzitting organiseert. Hieruit blijkt dat het stadsdeel niet goed was voorbereid op problemen die zouden kunnen ontstaan bij de feitelijke sloop. Zo zijn er geen concrete preventieve maatregelen opgenomen in de sloopvergunning of het Veiligheids- & Gezondheidsplan en heeft er slechts een “papieren” overdracht tussen de afdeling vergunningen en de afdeling handhaving plaatsgevonden. Het stadsdeel geeft tijdens de hoorzitting aan dat toezicht en handhaving bij sloop eenvoudiger zou zijn indien voorafgaand aan de sloop concreet benoemd zou worden welke maatregelen getroffen moeten worden. Dit is aanleiding voor de ombudsman om een aanbeveling aan het rapport te verbinden. Het stadsdeel onderneemt naar aanleiding van de klacht van verzoekster dezelfde dag actie en spreekt de slopers erop aan om beschermende maatregelen te nemen. Daarna vindt er echter een week lang geen toezicht meer plaats op de sloop. Het stadsdeel geeft verder aan dat het in gevallen als deze, anders dan het stilleggen van de sloop, geen maatregelen kan treffen. Zo is het niet mogelijk om een boete op te leggen. Het stadsdeel heeft dit argument reeds in eerdere zaken naar voren gebracht en lijkt hiermee een structurele zwakke plek in de handhaving te hebben blootgelegd. Dit is aanleiding voor de ombudsman om een tweede aanbeveling aan het rapport te verbinden.

 

 

Aanbeveling 1

De ombudsman verzoekt de portefeuillehouder Wonen te bevorderen dat er bij sloopvergunningen reeds in de vergunningsverleningsfase inhoudelijke afstemming plaatsvindt tussen de afdeling vergunningen en de afdeling handhaving.

 

Opvolging

Het stadsdeel laat weten dat de contacten tussen beide afdelingen is geïntensiveerd. Zowel op management- als op uitvoeringsniveau is aandacht aan deze aanbeveling geschonken. In voorkomende gevallen zullen bij grotere sloopwerkzaamheden (zoals bij die in dit rapport) vooraf uitvoeringsafspraken worden gemaakt met de opdrachtgever en de aannemer(s).

 

Aanbeveling 2

De ombudsman beveelt de portefeuillehouders van de stadsdelen aan om, zo nodig in overleg met de voor regelgeving verantwoordelijke bewindslieden, overleg te voeren over de wijze waarop effectiever kan worden gehandhaafd door gerichtere maatregelen te kunnen voorschrijven bij sloop- en bouwwerkzaamheden.

 

Opvolging 

Het stadsdeel laat weten dat deze aanbeveling op 4 februari 2013 besproken is in het stedelijk Portefeuillehouders-overleg Fysiek. Daarin is ingestemd met het uitvoeren van een onderzoek door het Ambtelijk team Toezicht en Handhaving (AT T&H) en de Omgevingsdienst naar de effecten van de uitbreiding van de werktijden voor bouwinspecteurs naar avonduren en weekenden afgezet tegen de kosten.

Daarnaast is ingestemd met het door het AT T&H en de Omgevingsdienst laten maken van een voorstel voor invoering van een bestuurlijke boete bij overtreding van het bouwbesluit en die te bespreken met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Daarvoor wordt een bestuurlijke brief opgesteld.