Rapporten en zaakverslagen
Slordige en trage behandeling bijzondere bijstand
20-12-2012
Een vrouw heeft last van ernstige allergieën en vraagt daarom in maart 2011 bij de Dienst Werk en Inkomen (DWI) bijzondere bijstand voor een luchtreiniger aan. DWI verwijst haar naar haar zorgverzekeraar, maar die vergoedt de luchtreiniger niet. De vrouw zet de aanvraag door, waarna
DWI laat weten dat de kosten geen ‘uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten’ zijn. Deze uitkomst bevreemdt de vrouw, omdat ze wel bijzondere bijstand ontvangt voor hypo-allergene huidproducten. Ze wendt zich tot de ombudsman.
DWI laat weten dat de vrouw naar haar zorgverzekeraar is verwezen vanwege het hoge medische gehalte van het dossier. Omdat de vrouw laat weten dat haar aandoening tot blindheid kan leiden en zij baat heeft bij een luchtreiniger, voedingssupplementen en hypo-allergene huidproducten, besluit DWI eind maart 2012 om de GGD te vragen om te beoordelen of sprake is van een uitzonderingssituatie. De ombudsman sluit het dossier.
Medio juli wendt de vrouw zich opnieuw tot de ombudsman omdat zij nog niets heeft gehoord. Daarop doet de ombudsman navraag bij DWI. Dan blijkt dat DWI de GGD alleen heeft gevraagd advies uit te brengen over de luchtreiniger. DWI vraagt de GGD alsnog advies uit te brengen over voedingssupplementen en hypo-allergene huidproducten. Enkele weken later adviseert de GGD over de huidproducten, maar niet over de voedingssupplementen. Op 1 oktober brengt de GGD advies uit over de voedingssupplementen en op 10 oktober beslist DWI negatief. De vrouw is anderhalf jaar later weer terug bij af. Zij maakt bezwaar tegen de afwijzingen.
De ombudsman is van oordeel dat de afstemming tussen DWI en de GGD tekort is geschoten en dat de advisering en besluitvorming te lang op zich hebben laten wachten.