Een man heeft in de overgang van de bijstand naar zijn AOW teveel aan bijstandsuitkering ontvangen en meldt dit bij DWI. DWI zegt toe de fout spoedig te zullen corrigeren. Enkele weken later ontvangt de man een terugvorderingsbeschikking waarin een hoger bedrag wordt teruggevorderd dan het bedrag dat de man teveel heeft gekregen. Hij kan zich hier niet in vinden en schrijft daarom een aangetekende klachtbrief aan DWI. De man hoort niets van de dienst en neemt na een maand contact op. De dienst stelt dat zijn brief niet is geregistreerd. Hij stuurt vervolgens opnieuw zijn klachtbrief. Deze wordt door DWI als bezwaarschrift behandeld en vervolgens ongegrond verklaard. De man is het niet eens met deze beslissing en wendt zich tot de ombudsman. De ombudsman verzoekt DWI om herberekening dan wel uitleg over de hoogte van het teruggevorderde bedrag. Er volgt een herberekening en daaruit vloeit vervolgens een ander bedrag voort. DWI trekt daarop de terugvorderingsbeschikking geheel in. De ombudsman stelt vast dat de dienst signalen van het interne werksysteem niet correct heeft opgepakt, waardoor de onterechte uitbetaling van de bijstandsuitkering aan een inmiddels gepensioneerde heeft kunnen plaatsvinden. De dienst is er bovendien tot op de dag van vandaag niet in geslaagd het juiste bedrag van terugvordering vast te stellen. De ombudsman oordeelt dat de onjuistheid van het teruggevorderde bedrag al tijdens de bezwaarprocedure aan het licht had dienen te komen. Ook verontrust het hem, mede in het licht van de aangescherpte fraudewetgeving, dat de administratie van de dienst kennelijk niet op orde is nu de aangetekende klachtbrief van de man binnen de organisatie is zoekgeraakt.