Rapporten en zaakverslagen
Kamer tot kamervervoer
17-05-2013
De echtgenote van een man verblijft ten gevolge van een hersenbloeding permanent in een AWBZ-instelling. Al die tijd is zij ingeschreven gebleven op het adres waar zij daarvóór samen met haar man woonde. Zij gaat regelmatig bij haar man op bezoek en maakt hierbij gebruik van het ‘kamer tot kamervervoer’ en de aanvullende tilservice. Dit houdt in dat de echtgenote opgehaald wordt bij de zorginstelling, vervoerd wordt naar de echtelijke woning en aldaar naar de woning getild wordt. Als de echtgenote vervolgens naar een andere locatie van de AWBZ-instelling verhuist, wordt zij door de instelling op dat adres ingeschreven. De vervoerder, Transvision, laat haar man hierop weten dat de tilservice die hoort bij het ‘kamer tot kamervervoer’ alléén op het woonadres plaatsvindt: bij inschrijving op het nieuwe adres van de instelling komt zijn echtgenote niet meer in aanmerking voor tilservice naar de echtelijke woning. Het praktische probleem voor de man en zijn echtgenote wordt snel opgelost, omdat de man de adreswijziging ongedaan maakt en de echtgenote dus weer op het echtelijke adres staat ingeschreven. De man wendt zich echter tot de ombudsman, omdat hij zich afvraagt wat de term ‘kamer tot kamervervoer’ inhoudt. De ombudsman concludeert dat de gekozen benaming lijkt in te houden dat iemand in zijn woning wordt opgehaald en altijd binnen op zijn adres van bestemming wordt afgeleverd, ongeacht de bereikbaarheid van de bestemming. Dit is niet het geval. De ombudsman constateert dan ook dat de ‘vlag de lading niet altijd dekt’. WZS zou daarom de inhoud van dit vervoer, inclusief de mogelijkheid om een uitzondering te maken, in haar publieksinformatie beter toe dienen te lichten. Uit het onderzoek van de ombudsman blijkt dat de dienst Wonen, Zorg en Samenleven (WZS) in individuele gevallen uitzonderingen op de tilservice maakt. De ombudsman oordeelt dat de onderbouwing waarom een verzoek wel of niet wordt toegekend hierbij van groot belang is. De gekozen werkwijze van WZS volstaat in dit licht niet. Verder vraagt de ombudsman zich af of cliënten in Amsterdam, die in aanmerking komen voor tilservice, weten dat de mogelijkheid van het maken van een uitzondering bestaat. In deze zaak weet zelfs de vervoerder dat niet.
Aanbeveling
De ombudsman beveelt de wethouder Zorg aan dat:
- bij de publieksinformatie over het ‘kamer tot kamervervoer’ een betere toelichting gegeven wordt over de inhoud hiervan;
- tilservice mogelijk wordt gemaakt bij het bezoekadres, met name voor cliënten die permanent verblijven in een zorginstelling.
Opvolging
Het rapport werd ter bespreking geagendeerd in de commissie Zorg. Daar meldde de wethouder dat een uitzondering gemaakt zal worden voor bewoners van zorginstellingen die hun echtelijke woning willen bezoeken. Hoewel dit niet hun feitelijke woonadres is mogen zij voortaan toch gebruikmaken van de tilservice