Een man woont in Zwitserland en is recentelijk vader geworden van een dochter. Voordat hij zijn dochter kan inschrijven in het Zwitserse geboorteregister, dient hij zijn eigen geboorteakte te overleggen. Op de website van de gemeente Amsterdam leest de man dat de akte ‘na ongeveer vier weken’ na de aanvraag naar zijn adres in het buitenland verstuurd wordt. De telefonist van Antwoord bevestigt deze informatie nog eens. Hij besluit daarop naar Amsterdam af te reizen en de aanvraag aan de balie te doen. Voordat hij op dinsdag naar Amsterdam vertrekt, dient hij op maandagavond ook digitaal via de website van de gemeente een aanvraag in. Op woensdag doet hij aan de balie van Stadsdeel Centrum een aanvraag voor de geboorteakte. De volgende dag ligt de akte klaar bij het stadsdeel. Wanneer de man terug is in Zwitserland, wordt op zaterdagochtend echter alsnog de geboorteakte bezorgd die hij die maandag digitaal heeft aangevraagd. Omdat de man van mening is dat hij nu voor niets heen- en weer is gereisd vanuit Zwitserland, dient hij een klacht in bij DBI. Volgens DBI is het onmogelijk om een exacte tijdspanne te geven nu de tijdsmarges van de postbezorging per land sterk kunnen verschillen. Ter compensatie voor de reis naar Amsterdam gaat DBI over tot restitutie van het bedrag van €12,50 voor de tweede geboorteakte. De ombudsman vraagt de dienst hierop de tekst op de website zo aan te passen dat het duidelijk wordt dat het document niet na drie weken, maar binnen drie weken zal worden bezorgd. DBI kan zich hierin vinden en de tekst op de website van de gemeente Amsterdam is inmiddels aangepast.