Rapporten en zaakverslagen
Uitkering gekort na mislukte speeddate
02-02-2015
Een alleenstaande moeder met een lichte verstandelijke beperking, krijgt van de gemeente Zaanstad een aanvullende bijstandsuitkering naast het inkomen dat ze uit werk heeft. De vrouw wordt begeleid door een maatschappelijk werkster.
Tijdens een gesprek op 11 april 2014 nodigt het UWV werkbedrijf de vrouw uit voor een speeddate met een mogelijke werkgever op 15 april. Afspraak is dat de vrouw per e–mail nog een uitnodiging hiervoor zal krijgen. Die e-mail ontvangt ze niet. Op 15 april wordt ze echter gebeld door het UWV met het verzoek naar de speeddate te gaan; de vrouw mist hierdoor haar computer- en sollicitatie training. Tijdens de speeddate krijgt de vrouw sterk het idee dat ze als leugenaar wordt gezien, omdat de werkgever beweert dat ze de e-mail met uitnodiging wel heeft ontvangen, terwijl dat niet zo is. Tijdens het gesprek gaat tot twee keer toe haar mobiele telefoon, waarop de werkgever haar vraagt deze uit te zetten. De vrouw neemt de tweede keer de telefoon op. Nadat ze het gesprek beëindigt, zegt ze tegen de werkgever dat ze aan het zeiken waren en vertrekt ze.
Dat gedrag is voor de gemeente Zaanstad aanleiding de vrouw een maatregel op te leggen van 25 %; dat betekent een korting op haar uitkering. Deze maatregel is niet gebaseerd op de aanvullende bijstandsnorm, die de vrouw ontvangt, maar op de volledige bijstandsnorm, die ze zou ontvangen als ze geen inkomen uit werk had. Dat heeft tot gevolg dat de vrouw meer geld aan Zaanstad moet terugbetalen dan ze krijgt. De maatschappelijke werkster dient een bezwaarschrift in. Ze legt uit dat de vrouw gezien haar beperking niet de mogelijkheden heeft om goed om te gaan met deze situaties, en dat ze bij uitstek iemand is die alles doet om aan het werk te komen. Ook is gebleken dat het e-mailadres waarnaar de uitnodiging is gestuurd overeenkomt met het e-mailadres op de cv van de vrouw. Dit e-mail adres is op een onderdeel fout. Zaanstad verklaart het besluit op bezwaar ongegrond. De maatschappelijk werkster wendt zich daarop namens de vrouw tot de ombudsman. De ombudsman ziet in de omstandigheden van het geval aanleiding om Zaanstad te vragen het besluit te heroverwegen. De gemeente Zaanstad blijft echter bij de maatregel. Hierop nodigt de ombudsman de gemeente uit voor een collectief intervisie gesprek. De punten die tijdens het gesprek aan de orde komen zijn onder meer of het gedrag tijdens de speeddate haar in redelijkheid kan worden aangerekend, in hoeverre de gemeente hiermee rekening heeft gehouden bij de besluitvorming en of de gemeente de maatschappelijk werkster niet had moeten betrekken bij de contacten met de vrouw. Ook wordt er gesproken over de onderbouwing van de hoogte van de maatregel. De ombudsman verzoekt de betrokken ambtenaren nog eens na te denken over het besluit. Hierop laat Zaanstad weten de maatregel alsnog te herzien; de maatregel wordt bij besluit van 5 december 2014 van 25% aangepast naar 0%. Dat is voor de ombudsman aanleiding om de zaak te sluiten.
