Rapporten en zaakverslagen
Verkoop perceel aan zittende huurder
09-02-2015
Een vrouw en haar dochter wonen naast elkaar. Het perceel dat grenst aan de achterzijde van de tuin van de vrouw is in eigendom van stadsdeel Centrum. Het stadsdeel is voornemens het perceel te verkopen en de dochter van de vrouw heeft interesse om het te kopen. De vrouw maakt voor haar dochter haar interesse aan het stadsdeel kenbaar. Het stadsdeel zegt in een brief toe dat de vrouw, net als andere geïnteresseerden, te zijner tijd zal worden uitgenodigd tot het doen van een bod. De vrouw is onaangenaam verrast als enige tijd later blijkt dat het stadsdeel het perceel aan de zittende huurder heeft verkocht. Het stadsdeel had haar niet geïnformeerd dat het gemeentelijk beleid is dat vastgoed eerst aan de huurder wordt aangeboden. De ombudsman stelt vast dat het stadsdeel verzuimd heeft om de vrouw over het beleid te informeren. De ombudsman komt verder tot de conclusie dat het stadsdeel een klacht van de vrouw hieromtrent ten onrechte ongegrond heeft verklaard. Het stadsdeel diende wat dit aspect betreft de klacht gegrond te verklaren en had ruimhartig excuses hiervoor moeten aanbieden. Tot slot constateert de ombudsman dat de interne richtlijnen omtrent verkoop van eigen vastgoed niet zijn vastgelegd in een schriftelijk besluit of beleidsstuk. De richtlijnen zijn daardoor niet ter goedkeuring aan de bestuurscommissie voorgelegd noch aan het dagelijks bestuur. De gevolgde procedure is niet kenbaar en de uitvoering daarvan kan niet worden getoetst. De ombudsman stelt vast dat het stadsdeel, mede gezien de grote belangen en bedragen die gemoeid zijn met de vervreemding van vastgoed, dat wel had moeten doen. Om die reden verbindt de ombudsman een aanbeveling aan zijn rapport.
Aanbeveling
De ombudsman verzoekt de portefeuillehouder Bouwen en Wonen van stadsdeel Centrum te bevorderen dat het beleid omtrent de vervreemding van eigen onroerend goed geformaliseerd en vastgelegd wordt.