Een bewonersvereniging die de belangen behartigt van een aantal buren in Stadsdeel Noord wendt zich tot de ombudsman. In de nabijheid van de woningen van de leden van de vereniging bevindt zich een aantal sportvelden die niet meer worden gebruikt. Stadsdeel Noord heeft een hondenuitlaatdienst toestemming gegeven om daar honden uit te laten. De leden van de bewonersvereniging ervaren veel overlast van het geblaf van de honden gedurende 6 dagen per week gedurende 3 uur. Wanneer de vereniging dit bij het stadsdeel aankaart laat het stadsdeel weten dat de overlast niet alleen van de hondenuitlaatdienst afkomstig kan zijn omdat deze maar 5 dagen per week gedurende 3 uur op het terrein aanwezig is. Het terrein doet ook dienst als hondenspeelveld voor andere honden. Het stadsdeel gaat met de vereniging in gesprek, neemt de klacht over de overlast in behandeling en handelt de klacht schriftelijk af. Het stadsdeel laat weten dat er nog een vervolggesprek met de hondenuitlaatdienst zal plaatsvinden. De bewonersvereniging vindt dat het niet snel genoeg gaat en wil dat er snel een eind aan de overlast komt. De ombudsman bestudeert de stukken en constateert dat het stadsdeel serieus met de klacht bezig is (geweest). Aangezien er vooralsnog geen vermoeden van onbehoorlijk handelen is, laat de ombudsman de vereniging weten geen aanleiding te zien om onderzoek te doen naar de handelwijze van het stadsdeel.