Waar moet ik heen?
Geen informatie over route indicatie Jeugd GGZ
Een hulpverlener vraagt de ombudsman om hulp bij een gezin dat in nood verkeert. De hulpverlener heeft twee kinderen van het gezin met ASS (Autisme Spectrum Stoornissen) in behandeling. Het lukt niet om een ingang te vinden bij de gemeente voor het omzetten van een AWBZ indicatie naar een persoongebonden budget op basis van de Jeugdwet. Ze heeft de gemeente hierover gebeld, maar niemand kon haar het antwoord geven. Ook bij het buurthuis wist niemand van de procedure. De ombudsman legt haar klacht en vraag voor aan de afdeling Jeugd van Amsterdam. Jeugd laat weten dat een medewerker de moeder inmiddels heeft gesproken. Het is jeugd niet duidelijk hoe het kan dat de hulpverlener er niet achter kwam dat de aanvraag voor een indicatie via het Ouder Kind Team loopt of via de huisarts. Jeugd heeft het verzoek van moeder warm overgedragen aan het Ouder Kind team. Indien er geen zorg in natura gegeven kan worden, is een persoonsgebonden budget mogelijk.
In een van de reguliere gesprekken met Onderwijs, Jeugd en Zorg heeft de ombudsman dit signaal doorgegeven dat niet duidelijk is via welke weg cliënten een indicatie kunnen aanvragen.
Behandeling indicatie Begeleid Wonen
Een moeder vraagt Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA) eind 2014 om een indicatie Begeleid Wonen voor haar zoon van inmiddels 19 jaar. Hij heeft altijd thuis gewoond met begeleiding. Omdat er in Amsterdam zelf geen plek is, vraagt de moeder om Begeleid Wonen bij een organisatie in een andere gemeente, waar wel plek is.
Als ze begin 2015 bij JBRA navraag doet hoort ze dat de gemeente deze aanvragen per 1 januari op basis van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning uitvoert. Het gezin woont in Amsterdam. Ze vraagt regelmatig bij Amsterdam naar de behandeling van de aanvraag. Na een intake, die uiteindelijk pas in de zomer van 2015 plaats vindt, komt Amsterdam tot de conclusie dat ze de aanvraag niet kunnen behandelen omdat de organisatie waar de zoon wil gaan wonen in een andere gemeente ligt. Amsterdam draagt de aanvraag daarom over, maar dat gaat in eerste instantie niet goed. Amsterdam stuurt het opnieuw op en dan komt het wel aan.
De ombudsman heeft een intervisie gesprek gehad over deze zaak met de betrokken medewerkers van de Centrale Toegang Beschermd Wonen (CTBW). Uit het gesprek bleek dat de zaak pas in maart via een andere weg dan het JBRA bij het CTBW is gekomen. Vervolgens was er lang onduidelijkheid bij welke gemeente de aanvraag ingediend kon worden. Daar heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten in de tweede helft van 2015 richtlijnen voor gemaakt. Daar waar je wil gaan wonen, vraag je om Beschermd Wonen. Het erg jammer dat dit niet eerder bekend was, want dat had de andere gemeente de aanvraag direct kunnen behandelen en had hij zonder wachtlijst kunnen starten bij de gewenste locatie. Daarnaast is de aanvraag vanwege drukte bij de gemeentes langer blijven liggen, waardoor later dan nodig duidelijkheid kwam. Dit is een voorbeeld van de opstart problemen na de decentralisatie van de AWBZ naar de WMO bij de gemeente.
Waar vermoeden van kindermishandeling melden?
Een vrouw wendt zich tot de ombudsman omdat zij bezorgd is over het welzijn van een buurjongetje. Zij is ervan overtuigd dat hij mishandeld wordt door zijn vader. Ze hoort veel schreeuwen, stampen en ziet een angstig jongetje dat liever buiten wil blijven dan naar binnen wil. Het jongetje gaat sinds kort naar een speciale school, maar dat heeft de situatie niet merkbaar verbeterd. Na telefonisch overleg met de vrouw is contact opgenomen met Veilig Thuis. Dit is de organisatie die dit soort vermoedens van kindermishandeling in eerste instantie beoordeelt. De email van de vrouw is doorgestuurd naar Veilig Thuis en zij nemen verder contact op met de vrouw zodat ze haar melding kan toelichten. Afhankelijk van hun inschatting wordt er een uitgebreider onderzoek gedaan met eventuele vervolgstappen. Zowel de vrouw als de ombudsman worden (anoniem) geïnformeerd of er voldoende aanleiding is tot onderzoek.
Lees meer
Jaarbeschouwing 2015 van de Gemeentelijke Kinderombudsman
