Woningnood
Vader en zoon dakloos
Een vader van een 15-jarige zoon vertelt de kinderombudsman dat hij altijd alleen voor zijn zoon heeft gezorgd, zijn zoon doet het goed op school, maar ze hebben geen huis. Beiden lijden daar zeer onder, zijn zoon heeft daardoor ook ernstige lichamelijke klachten. De omgeving (huisarts, mentor) zijn zeer behulpzaam, de mentor neemt de zoon zelfs tijdelijk in huis. Maar een eigen huis komt er niet.
Het gezin staat onder toezicht bij de William Schrikkergroep (WSG).
De gemeente verwijst voor het vinden van woonruimte naar de gezinsmanager van WSG als regisseur. Vader zoekt zelf actief, ook buiten Amsterdam. Hij wordt echter steeds weer afgewezen voor woningen. Kort gezegd omdat hij geen verhuurdersverklaring (een soort verklaring van goed gedrag als huurder) kan overleggen. Er blijkt in het verleden ook wel het een en ander te zijn gebeurd, vader en zoon hebben in een Mpg-woning (een woning via de aanpak Multiprobleem gezinnen van de gemeente) gewoond, daar hield vader zich niet aan de regels. Maar inmiddels gaat het stukken beter met vader. Hij heeft schulden, maar staat onder beschermingsbewind en kan goed rondkomen van zijn leefgeld. De bewindvoerder bevestigt dat en zegt dat vader een normale huur voor een sociale huurwoning kan betalen van zijn WAO-uitkering. De gezinsmanager bevestigt dat vader zich goed aan de regels houdt, hij doet vrijwilligerswerk en daar is men zeer positief over hem.
Volgens de kinderombudsman verdienen mensen nieuwe kansen, ook als ze in het verleden geboden kansen (de Mpg-woning) niet hebben benut. Het Leger des Heils blijkt bereid om hierin mee te denken en inmiddels wonen vader en zoon samen in een huis van het Leger des Heils. Deze casus laat ook zien dat één gezin, één regisseur niet altijd werkt. De gezinsmanager van de WSG was niet toegerust om woonruimte te zoeken. Inmiddels is besloten om aan gecertificeerde instellingen als de WSG speciale deskundigheid over wonen toe te voegen. De kinderombudsman zal volgen hoe dat in de praktijk gaat werken.
Uithuisplaatsing na terugkeer gezin in Nederland
Een Amsterdams gezin met drie kinderen, die enkele jaren in het buitenland hebben gewoond, keren begin 2015 terug naar Amsterdam. Er is geen woning. April 2015 plaatst JBRA de kinderen in pleeggezinnen, de ouders slapen op wisselende adressen. JBRA heeft de ouders en de kinderen samen geobserveerd en geconstateerd dat het goede ouders zijn. De kinderen moeten bij de ouders terug volgens de gezinsmanager. Het blijft echter onzeker wanneer ze weer met de kinderen samen kunnen wonen. Vanaf april 2015 start het team van de Multiprobleemgezinnen (MPG) aanpak een traject om voor het gezin een MPG-woning te realiseren. In februari 2016 – kort voor de geboorte van het vierde kind – is er eindelijk een woning en komt het gezin weer bij elkaar.
Lees meer
